The Jewel of Medina (De Standaard)


Islam light

Kathy Mathys

Het begon allemaal in de fitnesszaal. Wij recensenten, met onze verfijnde neus voor het betere literaire werk, dachten dat enkel chicklitschrijvers hun verhalen klaarstoomden tijdens zweterige push-up-sessies. De Amerikaanse journaliste Sherry Jones beweert het tegendeel. Tijdens haar workout kon ze aan niets anders denken dan aan de vrouwonvriendelijke praktijken van de taliban, zo schrijft ze in het nawoord van haar controversiële debuutroman, ‘The Jewel of Medina’. In 2002, kort na het begin van de V.S.-bezetting van Afghanistan, begon Jones als een gek te lezen over het islamitische ideeëngoed. Ze vatte het plan op voor een gefictionaliseerde versie van het leven van A’isha bint Abi Bakr, één van de vrouwen van de profeet Mohammed. Jones omschrijft haar boek als ‘een roman over vindingrijke vrouwen en over de oorsprong van de islam’. Denise Spellberg, geschiedenisprofessor en Midden-Oosten-specialiste, dacht er anders over. Volgens haar maakte Jones ‘soft core pornography’ van A’isha’s complexe verhaal. Na nog meer kritiek van specialisten terzake besloot Random House om Jones’ debuut niet uit te geven uit angst voor represailles uit islamitische hoek. In uitgeverskringen laaide een fel debat op over censuur en – alweer – vrijheid van meningsuiting. Salman Rushdie noemde de beslissing van Random House ‘censuur uit angst’. Al kreeg Random House geen bedreigingen, toch hield het aan zijn beslissing. Jones zit nu bij Beaufort Books en binnenkort verschijnen in de meeste Europese landen vertalingen.
Of het boek eigenlijk wel al die heisa waard is? Dat vroegen we ons af. Is ‘The Jewel of Medina’ een ‘bruggenbouwer tussen Oost en West’, zoals Jones ons zo graag wil doen geloven? En hoe zit het met de gewiekste en gevatte A’isha? Volgens Jones is ze ‘een rolmodel, een volleerde survivor die haar stempel drukte op de wereld’. In Jones’ roman is A’isha Mohammeds favoriet. Van zijn twaalf vrouwen was er niet één zo belangrijk voor hem als zij. Jones voegt eraan toe dat vooral soennieten er zo over denken. Veel sjiieten geloven dat Mohammed een hekel had aan A’isha omdat ze zo ongehoorzaam was. Het is die ondeugende, dwarse A’isha die we te zien krijgen in Jones’ roman. Ze trouwde op negenjarige leeftijd met Mohammed, maar het huwelijk werd pas later geconsummeerd. Wanneer precies is niet geweten. Eigenlijk is er weinig of niets bekend over A’isha’s intieme leven. Toch gunt Jones ons een blik in de slaapvertrekken van de vrouw. Ze beschrijft hoe de maagdelijke A’isha de ‘prik van de schorpioenenstaart’ vreesde tijdens haar eerste huwelijksnacht. ‘The Jewel of Medina’ is namelijk een confessionele roman, waarin een openhartige A’isha geen stukje bloot bedekt laat. ‘Soft core pornography’ levert dit niet op. Wel stikt het hier van de wulpse, wildharige concubines en echtgenotes. Dat de aan Mohammed toegewijde A’isha niet gelukkig is met zoveel concurrentie valt te begrijpen. Pas als late tiener snapt ze dat de huwelijken Mohammeds politieke allianties dienen te verstevigen. Wanneer A’isha tot dit inzicht komt, zitten we al drie kwart ver en kregen we vooral te lezen hoe ze de andere vrouwen keer op keer een hak zet. Het gekonkelfoes binnen de harem verschilt nauwelijks van dat tussen 21ste-eeuwse vrouwen die op dezelfde man azen. Toch een vleugje chicklit dus. Jones beschrijft Mohammed als een enthousiaste minnaar. ‘Zijn ogen glommen, alsof hij een hongerige leeuw was en zij zijn volgende maal’. Nog meer stilistische pareltjes: ‘Mijn hart bonsde als de hoeven van een paniekerig paard’ of ‘ze was een oase van een vrouw, weelderig en met gelige ogen’. En dan hebben we het nog niet gehad over het steeds herhaalde ‘bij Al-lah’, alsof we midden in een Jommekesboek zitten. Het moge duidelijk zijn: dit is geen Pulitzer Prize-materiaal.
Jones benadrukt dat ze een positief en respectvol beeld van de islam wou brengen. Het klopt dat Mohammed in haar roman een benaderbare man is. Hij is meestal liefdevol en vraagt A’isha zelfs om politiek advies. Of hij A’isha ook leerde zwaardvechten? Volgens Jones bestaan daar geen documenten over. Het staat natuurlijk wel goed in een avonturenverhaal dat geurt naar safraan en zwoele parfums. ‘Vergezel me op een exotische reis naar woestijnnomaden die leefden in tenten van kamelenhaar,’ nodigt Jones haar lezers uit. ‘The Jewel of Medina’ leert ons niets over de oorsprong van de islam. Jammer genoeg stuitert het ook als avontuurlijke liefdesroman.

Sherry Jones, The Jewel of Medina, Beaufort Books, 358 blz.