Nicole Krauss interview (De Standaard)


Nostalgie en hoop in de nieuwe roman van Nicole Krauss

‘Boeken kunnen je leven veranderen’

Met haar tweede roman De geschiedenis van de liefde werpt Nicole Krauss zich op als één van de meest tot de verbeelding sprekende stemmen uit de hedendaagse Amerikaanse literatuur. Krauss brengt een zinderend verhaal over hardnekkige liefde, moeizame communicatie en de kracht van het geschreven woord.

Kathy Mathys

Man komt komt kamer binnen, Krauss’ opmerkelijke debuut uit 2001, was niet meteen een bestseller maar sprong in het oog door de ongebruikelijke thematiek. In tegenstelling tot de meeste van haar leeftijdgenoten, die in hun prille carrière uitpakken met autobiografische schrijfsels, sneed de toen 27-jarige Krauss minder voor de hand liggende onderwerpen aan zoals de werking van het geheugen en de hersenen en de rol die onze herinneringen spelen bij het vermogen tot empathie. Ondanks deze cerebrale tendens was Man komt kamer binnen allerminst droge kost en het boek wist te ontroeren dankzij Krauss’ lucide stijl, die ze tijdens haar jeugd ongetwijfeld aanscherpte als dichteres, en dankzij de aandoenlijke personages.
In De geschiedenis van de liefde laat Krauss twee vertellers aan het woord. Leo Gursky is een bejaarde Poolse immigrant in New York die het gevoel heeft dat zijn leven ten einde loopt. In de portefeuille van de vereenzaamde Leo steekt een kaartje met de naam van de plaats waar hij begraven wil worden en ‘s avonds tikt hij even op de radiator om zijn buurman te laten weten dat hij nog leeft. Ooit zag Leo’s leven er nochtans veelbelovend uit. In het Poolse dorpje Slonim werd hij verliefd op Alma, tot de oorlog de twee uit elkaar dreef. Leo schreef zelfs een boek, De geschiedenis van de liefde, dat echter decennia geleden verloren ging. De veertienjarige Alma, wiens vader zeven jaar eerder aan kanker overleed, is het andere hoofdpersonage. Alma’s moeder, een literaire vertaalster, is niet bereid om haar liefde voor haar man op te geven en ze merkt nauwelijks hoezeer Alma en haar broertje Vogel lijden onder hun moeders nooit eindigende rouwproces. Wanneer Alma’s moeder de opdracht krijgt om het Spaanstalige De geschiedenis van de liefde in het Engels te vertalen, lijkt alles te zullen veranderen.
Nicole Krauss weet de stemmen van de getormenteerde Leo en de hoopvolle Alma schitterend te evoceren. Toch zijn het vooral de fragmenten uit Leo Gursky’s verloren gewaande boek die hun bezwerend effect niet missen. Krauss schrijft over het glazen tijdperk, waarin iedereen geloofde dat hij of zij een uiterst breekbaar lichaamsdeel had, of ze heeft het over het ontstaan van emoties. Deze bizarre fragmenten, die op geen enkele manier refereren aan een ons vertrouwde werkelijkheid, tillen dit aangrijpende migrantenverhaal op een hoger niveau. Af en toe doet Krauss nog een beetje te hard haar best om de personages excentrieke trekjes te geven of beroept ze zich te zeer op allerlei metaforen. Toch is deze ongewone, moedige roman nu al een klassieker in wording.

De geschiedenis van de liefde is een veelgelaagde roman met verschillende stemmen en talloze verhalen binnen het grote geheel, een verzameling ook van diverse schrijfstijlen. Hoe is deze roman ontstaan?

Toen ik begon met wat uiteindelijk De geschiedenis van de liefde werd, wist ik totaal niet waar ik zou terechtkomen. Het was geen gemakkelijke periode in mijn leven. Ik had net mijn eerste roman gepubliceerd maar ik worstelde met allerlei vragen en voelde me eigenlijk behoorlijk melancholisch. Wou ik wel schrijfster worden en wat betekende het om te schrijven? Ik heb dan maar geprobeerd me te laten leiden door mijn instinct. Leo’s stem vond ik nogal snel en daarna kwamen geleidelijk aan de andere elementen. Ik had toen nog geen idee hoe alles in elkaar zou passen. Je kan het vergelijken met een kind dat naar de Grote Beer kijkt. Je ziet wel de sterren maar de figuur zelf ontglipt je. Tijdens het schrijven had ik vaak het gevoel te zullen falen en in zekere zin kwam dat de roman ten goede. Had ik minder risico’s genomen, dan had het boek er beslist anders uitgezien. Samuel Becket, die ik enorm bewonder als romanschrijver, zei ooit “Try and fail, try again and fail better”. Dat spookte vaak door mijn hoofd tijdens het schrijven.

Leo Gursky schrijft omdat hij het leven in een onbeschreven wereld te eenzaam vindt. Is dat ook voor u een belangrijke drijfveer?

Absoluut, dat is zonder twijfel de belangrijkste reden waarom ik schrijf én lees. Ik denk dat je als schrijver en ook als lezer begrepen wil worden. Ook al biedt de plot van een boek weinig of geen herkenningspunten voor een lezer, toch zijn er momenten waarop je je begrepen voelt. Dat kan te maken hebben met een metafoor die je aangrijpt of met de manier waarop een schrijver een specifieke emotie uitdrukt. Voor mij vormt een boek een wapen tegen de eenzaamheid en ik moet eerlijk toegeven dat ik er moeite mee heb om me verbonden te voelen met mensen voor wie boeken totaal onbelangrijk zijn. De meeste van mijn vrienden en geliefden zijn dan ook mensen voor wie boeken een middel vormen tot communicatie.
Ik weet dat er heel wat tegengestelde opinies circuleren maar ik geloof heel sterk dat boeken het potentieel hebben om het leven van mensen te veranderen. Een paar jaar geleden vroeg ik me geregeld af of ik geen navelstaarder was. Kon ik niet beter voor Oxfam werken in plaats van te sleutelen aan een roman die misschien door 500 mensen zou gelezen worden? Nu denk ik daar helemaal anders over. Zelfs al bereikt je roman slechts vijf mensen, het is voldoende. Dat idee vormt trouwens het hart van De geschiedenis van de liefde. Leo Gursky’s manuscript werd door bijna niemand gelezen. Toch veranderde het de levens van een paar mensen ingrijpend. De personages in mijn beide romans zijn lezers, die hopen op begrip. Het zijn weliswaar vervreemde en melancholische zielen maar ze zijn op zoek naar de ander. Daarom zijn mijn verhalen ook niet hopeloos.

U draagt de roman op aan uw grootouders, Europese joden die aan de oorlog wisten te ontsnappen. In hoeverre heeft hun geschiedenis sporen achtergelaten in uw leven en werk?

Mijn grootouders wisten tijdig te ontkomen maar veel van hun familieleden kwamen terecht in kampen en overleefden de oorlog niet. Toen ik klein was, sprak niemand over dat gruwelijke verleden. Toch voelde ik als kind al aan dat ik in zekere zin het product was van die vreselijke tragedie. Ik ben altijd heel nostalgisch geweest en kende al van kindsbeen af een niet aflatend gevoel van verlies en melancholie. De tijd gaat te snel, dacht ik steeds, en alles ontglipt me. Ik meen dan ook dat ik schrijfster ben geworden om dat gevoel van verlies te vullen met dingen uit mijn verbeelding. De geschiedenis van de liefde beschouw ik in zekere als mijn persoonlijke interpretatie van het jodendom. Ik ben niet religieus, toch reflecteer ik veel over mijn jood-zijn. Volgens mij vindt iedere jood zijn eigen versie van het judaïsme uit. Joden zijn sterk uit elkaar gedreven door eeuwen van diaspora en ze moeten hun overtuigingen dan ook steeds opnieuw vorm geven. Volgens mij hebben veel joden de neiging om hun geloof te personaliseren en hun verbeelding speelt daarbij een grote rol.

In beide romans rakelt u veel ideeën op uit de positieve wetenschappen. Vormen die een persoonlijke interesse voor u?

Ja, als kind wou ik sterrenkundige worden en ik ben gefascineerd door de helderheid én de poëzie van de wetenschap. Voor Man loopt kamer binnen heb ik nogal wat research gedaan over de werking van het brein. Nu heb ik dat bewust vermeden want ik wou vooral vertrekken vanuit de ideeën die ik al had. De geschiedenis van de liefde reflecteert heel sterk mijn persoonlijke bekommernissen en één van de zaken die me sterk bezighoudt is de evolutie van onze planeet. Het maakt me werkelijk ziek om te zien hoe we de aarde vernietigen en systematisch alle dier-en plantsoorten elimineren. Alma is evenzeer begaan met overleving, zowel die van dieren als van mensen. Vogel, die ervan overtuigd wordt dat hij de Messias is, reageert ook op een aandoenlijk hoopvolle manier op de ellende die hem omringt. Kinderen geloven nog sterk dat alles wel goed komt. Meer nog, soms denken ze zelfs dat ze het lot van de wereld kunnen bepalen.

Nochtans is De geschiedenis van de liefde al een stuk hoopvoller dan uw eerste roman.

Dat klopt inderdaad. Ondanks de wanhoop is de teneur van mijn nieuwste roman hoopvoller. In wezen gaan mijn twee romans over hetzelfde: ‘In hoeverre kunnen mensen met elkaar communiceren en hoever reikt ons vermogen tot empathie?’ De conclusie van Man komt kamer binnen was veel grimmiger. Samson, het hoofdpersonage, is een man die na een operatie aan geheugenverlies lijdt en die zijn herinneringen niet eens terugwil. Ik heb in die roman verschillende ideeën willen uitwerken. Wat is een mens zonder zijn herinneringen? Is een mens niet meer dan een verzameling van gewoontes? Ik denk dat mensen meer zijn dan gewoontedieren. Ze zijn in staat zichzelf te heruitvinden. Het boek benadrukt ook dat je moet loskomen van je gewoontes om jezelf opnieuw uit te vinden.

Volgens de Amerikaanse schrijfster A.M. Homes staat Samsons geheugenverlies symbool voor het gebrek aan historisch besef in Amerika. Onderschrijft u dat idee?

Ik vind het altijd wat riskant om veralgemenende uitspraken te doen over Amerika, al is het natuurlijk wel zo dat we een jongere natie zijn dan Europa. We zijn wellicht ook veel meer gericht op de toekomst dan op het verleden. Toch heb ik met Man komt kamer binnen andere dingen willen zeggen over het leven in de V.S. Samson komt uiteindelijk terecht bij een wetenschapper die herinneringen kan transplanteren. Uiteraard is dat een sciencefiction-achtig element maar ik maak me wel zorgen om de manier waarop onze privacy steeds meer onder druk komt te staan. Je kan geen stadswandeling maken, of je wordt door vier, vijf camera’s geregistreerd. Dat vind ik beangstigend en het ziet ernaar uit dat het in de toekomst alleen maar erger zal worden in de V.S.

Niet alleen de regering graaft in het privé-leven van de V.S.-burgers. Hoe moeilijk is het om weerwoord te bieden aan journalisten die geïnteresseerd zijn in het huwelijksleven van gouden schrijverspaar Nicole Krauss en Jonathan Safran Foer?

Ik probeer mijn privé-leven zoveel mogelijk af te schermen. In Engeland en de V.S. is dat moeilijker dan in Europa. Journalisten vergelijken ons werk ook voortdurend, wat zowel interessante als banale ideeën oplevert. Zo was er een New Yorkse journalist die in zijn recensie van De geschiedenis van de liefde enkel praatte over de gelijkenissen met Extreem luid & Ongelooflijk dichtbij van Foer. Dat is zo beperkend. Toch zijn er wel interessante overeenkomsten tussen onze romans. Foer is ook afkomstig uit een migrantenfamilie en dat merk je in zijn romans. Verder is hij, net als ik, ervan overtuigd dat verhalen een emotionele impact moeten hebben om echt geslaagd te zijn.