Nicci Gerard interview (Bo)


Nicci Gerard: «We hebben een heel chaotisch leven »

Samen met haar man Sean French vormt ze sinds 1997 het succesvolle schrijversduo Nicci French. ‘Het geheugenspel’, ‘Bezeten van mij’ en ‘De rode kamer’ zijn slechts enkele van de titels van het wereldberoemde paar. Tijdens de laatste editie van de boekenbeurs stelde Nicci Gerard ‘Het voorbijgaan’ voor, haar tweede soloroman.

Kathy Mathys

De lezers kennen je vooral als thrillerauteur. Waarom dit solo-uitstapje? Kon je niet alles kwijt in de Nicci French-romans?

Zowel ‘De onderstroom’, mijn eerste eigen roman, en ‘Het voorbijgaan’ zijn heel persoonlijke boeken. Ik heb zelf net zo een pijnlijke echtscheiding meegemaakt als Irene in ‘Het voorbijgaan’, jaren geleden weliswaar. Ik heb lang genoeg gewacht tot de pijn gesleten was. Het is dus niet zo dat mijn soloromans therapeutisch zijn. Het grote verschil met de Nicci French-boeken zit hem vooral in de verhaallijn. Er gebeuren minder uitzinnige, angstaanjagende dingen in mijn eigen boeken.

En toch worden zowel de personages uit jouw romans als de vrouwen in de Nicci French-boeken bedreigd.

Ja, dat denk ik ook. Ze worden niet op de hielen gezeten door een seriemoordenaar maar ze staan toch onder stress. Eigenlijk vind ik dat elk mensenleven ook een beetje lijkt op een thriller met de dood als onvermijdelijk eindpunt (lacht). In ‘Het voorbijgaan’ schrijf ik over gewone mensen, die iets meemaken dat we allemaal wel kennen, een pijnlijke breuk met een geliefde. Ik stelde me vooral de vraag hoe het mogelijk is om aan de ene kant getrouwd te zijn en aan de andere kant toch een vrijgevochten individu te blijven. Dat is een erg moeilijke balans en velen falen erin.

Vind je je werk pessimistisch?

Sommige lezers vonden ‘De onderstroom’ wel wat donker. Ik denk dat ik me aangetrokken voel tot melancholische verhalen. Toch vind ik ‘Het voorbijgaan’, ondanks de vele dramatische gebeurtenissen, wel een hoopgevend boek. Ik hou niet van verhalen die zo geforceerd vrolijk zijn. Het leven is nu eenmaal vaak hard, niet?

Het valt me op dat kinderen een heel belangrijke rol spelen in jouw boeken, terwijl ze in Nicci French bijna afwezig zijn.

Ja, dat klopt. De personages in onze thrillers wonen bijna allemaal in Londen en het zijn meestal vrouwen zonder kinderen. Als je er een kroost bijhaalt, heeft dat een enorme impact op de plot. In thrillers zijn kinderen meestal slachtoffers, jammer genoeg. Toch zijn we aan het overwegen om in één van onze volgende boeken ook heel jonge personages te introduceren. In ‘Het voorbijgaan’ zijn kinderen wél belangrijk omdat dat nu eenmaal zo is in het dagdagelijkse leven van heel veel getrouwde stellen. Eens je kinderen hebt, verandert je hele leven. In zeker zin ben je nooit meer vrij daarna. Deze morgen vertelde ik mijn elfjarige dochter nog waar ze haar sportschoenen had gelaten, vlak voor ik op het vliegtuig stapte. Stel je voor! Soms word ik wel kwaad als ik te veel ga nadenken over al die nonsens in mijn hoofd. Ik zie mezelf als een politiek geëngageerde feministe en voilà: ik loop maar wat te zeuren over sportschoenen.

Wonen jullie zelf ook in Londen?

We hebben er jarenlang gewoond maar vijf jaar geleden zijn we naar Suffolk verhuisd. We wonen aan de rand van een onooglijk klein dorpje, heel sfeervol, maar ook een donkere plek. In Londen hebben we wel een flat waar we soms werken. Ik denk dat die Londense setting heel belangrijk is voor onze Nicci French-boeken. Die stad heeft namelijk een bijzondere atmosfeer, net als New York. ‘Het voorbijgaan’ speelt zich ook af in Londen, in één van de minder gegoede wijken, weliswaar. Ik wilde met mijn roman ook wat kritiek leveren op de gesettelde middle class, die geld uitgeeft zonder te verpinken. Ik weet dat ik het zelf ook heel goed getroffen heb, maar ik probeer mezelf er steeds weer aan te herinneren dat het allemaal verre van vanzelfsprekend is om een comfortabel leven te hebben.

Iedereen weet dat Nicci French een schrijversduo is maar hoe verloopt dat schrijfproces nu concreet?

We zitten nooit samen te schrijven. Het begint altijd met een idee of een emotie en meestal vloeit die voort uit een conversatie of ruzie die Sean en ik hadden. Zo een idee kan bijvoorbeeld zijn: hoe is het om passioneel verliefd te zijn? Of hoe voelt het om bespied te worden? Daarna gaan we op zoek naar de juiste stem voor onze verteller. Dat is eigenlijk het moeilijkste. Sean en ik schrijven alle twee verschillende stukken van het verhaal maar ons hoofdpersonage moet op een consequente manier denken en voelen. Eens dat gelukt is, gaat het vlotter. We schrijven dus apart en wisselen dan hoofdstukken uit, die we corrigeren en waarover we praten. We doen wél allebei de volledige research, ook voor die hoofdstukken die we niet zelf neerpenden. En verder vertellen we aan niemand wie nu precies welke stukken schreef.

Is het een voordeel dat jullie getrouwd zijn met elkaar?

Ik denk het wel. We kennen elkaar door en door en we hebben altijd gezegd dat we ermee zouden ophouden van zodra het niet meer leuk is. Verder willen we voor het schrijven ook onze relatie niet op het spel zetten. Voorlopig loopt het allemaal goed en we blijven nieuwe ideeën en invalshoeken vinden.

Ben je soms op hetzelfde moment bezig met een Nicci French-roman en met je eigen werk?

Ik wou dat ik het mooi kon scheiden: zes maanden French en dan zes maanden Gerard. Helaas, we hebben een chaotisch en rommelig huishouden met kinderen en een heleboel verplichtingen. Het lukt dus niet om zo gestructureerd te werken. Momenteel plannen we een nieuwe Nicci French-roman en die zal dan in de lente uitkomen. Ik werk ook nog als freelance journaliste voor The Guardian.

De filmversie van jullie roman ‘Killing Me Softly’ kreeg wereldwijd slechte kritieken. Waren jullie betrokken bij die film?

Het was inderdaad een verschrikkelijke film (zucht). De producers bezorgden ons het script en we vonden het vreselijk. We stuurden het terug met een heleboel opmerkingen maar die hebben ze gewoonweg genegeerd. Toen we hoorden dat Chen Kaige (‘Farewell My Concubine’, nvdr.) de film zou maken, dachten we dat het toch nog goed zou komen. Bij de première zagen we echter al na een paar seconden dat het fout zat. De kostuums, de kapsels en die gruwelijke dialogen! Het enige positieve aan de film was zijn korte speelduur. Sean en ik zijn na die première langs de nooduitgang naar buiten geglipt. We vonden het te beschamend om de acteurs en de regisseur te confronteren.

Je hebt al ongelofelijk veel bereikt. Heb je nog dromen voor de toekomst?

Zeker, en ik vind het ook heel belangrijk om te blijven plannen en op zoek te gaan naar nieuwe uitdagingen. Ik sprak onlangs met een goede vriendin, die net als ik midden de veertig is. Zij meent dat ouder worden een kwestie is van verliezen. Je geraakt je kinderen in zekere zin kwijt, je schoonheid verdwijnt, je fitheid. Ik weiger om zo tegen veroudering aan te kijken. Ik wil dat het leven even spannend, fascinerend en verrassend blijft als het altijd al was!

Nicci Gerard, Het voorbijgaan, De boekerij, Amsterdam, 2004