Michael Diamond – Victorian Sensation (De Tijd)


Victoriaanse sensatiehonger

‘Niets kan mijn tijdgenoten meer bekoren dan een spectaculair echtscheidingsschandaal in aristocratische kringen. Ook een sensationele zelfmoord op Waterloo Bridge of een gewurgde baby nabij Picadilly Circus staan boven aan de lijst van bestsellers’ Het zijn de woorden van Charles Reade, 19de-eeuws schrijver van sensatieromans. In ‘Victorian Sensation’ schetst journalist Michael Diamond een fascinerend portret van de Britse sensatiecultuur uit de tweede helft van de 19de eeuw.

Kathy Mathys

Het is geen toeval dat krantenredacties als paddestoelen uit de grond schoten na 1850. De geletterdheid in de lagere klassen nam toe, de printtechnologie verbeterde aanzienlijk en er werd een uitgebreid spoornetwerk aangelegd. Bovendien nam de regering een aantal maatregelen die de krantenproductie veel goedkoper maakten. Michael Diamond, voormalig producent bij BBC World Service, grasduinde door 19de-eeuwse Britse kranten en ging op zoek naar de smaken en voorkeuren van de victorianen. Koningin Victoria was de eerste figuur uit het Britse koningshuis die dezelfde aandacht kreeg als haar hedendaagse tegenhanger. De verschillende aanslagen op de koningin werden breed uitgesmeerd op de pagina’s van talloze kranten. Ook blijde gebeurtenissen deden heel wat inkt vloeien. De gouden en diamanten jubileum van koningin Victoria uit respectievelijk 1887 en 1897 groeiden uit tot nooit eerder geziene propagandamachines. Victoria’s zoon, de controversiële prins van Wales, haalde nog vaker de krantenkoppen. Hij was geen trouwe echtgenoot en een beruchte gokverslaafde. Af en toe diende hij zelfs te getuigen in rechtzaken over zijn minder fraaie praktijken. Toch bleef de schade behoorlijk beperkt en volgens Diamond lijdt het dan ook geen twijfel dat de prins vaak bescherming genoot. Ook andere politieke figuren geraakten af en toe verwikkeld in een schandaal. Zo werd premier Lord Palmerstone op 79-jarige leeftijd nog beschuldigd van overspel. Politieke kopstukken figureerden niet enkel als bedriegers of fraudeurs. Soms inspireerden ze de bevolking ook tot melodramatische betuigingen van lof en vreugde. Zo creëerde het bezoek van de Italiaanse vrijheidsstrijder Giuseppe Garibaldi aan Engeland een grote sensatie in 1864. Zijn strijd in naam van een verenigd Italië tegen de pauselijke machten kon op heel wat sympathie rekenen bij de Engelsen. Volgens de Scotsman ‘stormden vrouwen op hem af, grepen ze zijn hand en trachtten ze zijn baard, zijn poncho, zijn broek aan te raken – ze leken dronken van opwinding’. Vrijheidsstrijders en reformisten groeiden in een mum van tijd uit tot superhelden. Wellicht hield dit verband met de tegenstrijdige gevoelens die 19de-eeuwse Britten hadden voor hun land. Velen geloofden dat ze tot de machtigste en meest nobele natie van de wereld behoorden. Toch ging deze overtuiging vaak gepaard met een onvrede over het politieke systeem. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Garibaldi of de Hongaarse revolutionair Lajos Kossuth tot volkshelden werden gekroond. Garibaldi’s populariteit werd nog versterkt door het antikatholieke tintje van zijn strijd tegen de Romeinse kerkelijke top. De meeste victorianen beschouwden het protestantisme als een essentieel ingrediënt van hun identiteit. Katholieke schandalen waren dan ook immens populair. In 1869 was de bevolking wekenlang in de ban van een rechtzaak waarbij een katholieke non haar overste aanklaagde voor laster. De overste zou beweerd hebben dat de non maaltijden stal van de kinderen aan wie ze les gaf. Ze zou ook leugens verspreid hebben over een vermeende relatie tussen de non een priester. Voor de Engelse krantenlezer waren beiden vooral het slachtoffer van het repressieve katholieke systeem dat vrouwen levenslang opsloot. Protestantse kopstukken zorgden ook voor heel wat oproer. Sommigen toonden zich waardige voorlopers van de huidige Amerikaanse tv-predikanten. De baptist Charles Spurgeon lokte steevast 12.000 toeschouwers naar zijn preken. Met zijn onheilspellende lezingen over zondigheid en doem deed hij de bevolking beven. Zijn geschriften werden gedrukt en in het hele land verkocht. Bij de Amerikaanse gospel-predikanten Swight Moody en Ira Sankey ging het er iets gemoedelijker aan toe. Net als Spurgeon kregen ze heel wat kritiek in conservatieve kranten die hen afdeden als sensatiemakers. Atheïsten trachtten zich evenzeer in de kijker te werken, al konden ze niet altijd rekenen op evenveel aandacht van de kranten. De radicale republikeinen Charles Bradlaugh en Annie Besant voerden campagne voor het stemrecht van vrouwen en verspreidden pamfletten over voorbehoedsmiddelen. Net als Josephine Butler werden ze vaak afgeschilderd als moreel corrupt. Butler, nochtans een overtuigd christen, kreeg heel wat kritiek omdat ze streed voor de rechten van prostituees. Volgens de dubbele Victoriaanse standaard konden mannen ongestoord naar bed gaan met wie ze wilden. Vrouwen van wie vermoed werden dat ze aan prostitutie deden, werden echter om de haverklap gearresteerd voor een medisch onderzoek. Wie drager bleek van een seksueel overdraagbare aandoening bleef tijdelijk opgesloten. Butler voerde ook campagne tegen kinderprostitutie. Ze vond een handlanger in de publicist WT Stead van de populaire Pall Mall Gazette. Zijn vierdelige reeks over kinderprostitutie zorgde voor zoveel controversie dat WH Smith weigerde om de krant verder te verkopen. Vóór de komst van Stead was de Gazette een saaie aangelegenheid met brave artikels in minuscule print. Stead sneed taboe-onderwerpen aan, bracht interviews met beroemdheden en maakte zelf het nieuws. Ook op vormelijk vlak veranderde hij de krant: kleinere pagina’s, duidelijkere print en meer spectaculaire illustraties. Met zijn ‘new journalism’ bereidde hij de weg voor het gros van de hedendaagse sensatiekranten.

Moord en seks

In echtscheidingszaken gold dezelfde dubbele Victoriaanse moraal. Mannen hoefden enkel te bewijzen dat hun vrouw hen bedroog om de procedure op gang te brengen. Voor vrouwen voldeed dit niet. Ze dienden evenzeer bewijzen voor te leggen van mishandeling, bigamie of incest. Echtscheidingen bleven ook na de Divorce Act uit 1857 een bijzonder dure aangelegenheid en de aristocratische rechtzaken lokten massa’s volk. Homoseksualiteit werd op heel uiteenlopende wijzen behandeld in kranten. De Reynold’s Newspaper schuwde geen medische en intieme details bij de behandeling van een aantal ruchtbare gevallen. In de Times werd zelfs de rechtzaak van schrijver Oscar Wilde heel kort besproken. De krant betwijfelde of Wilde zich wel bezondigd kon hebben aan homoseksuele praktijken. Volgens de Times trof je homoseksualiteit immers enkel aan in de arbeidersklasse.
Moordzaken veroorzaakten ook meer commotie als de dader of het slachtoffer een hoge piet was. De moord op de aristocraat William Russell door zijn Zwitserse butler bezorgde de hogere klassen rillingen. Toch intrigeerden de gruweldaden hen ook en sommigen bezochten zelfs de plek van de misdaad – een fenomeen dat zich op grotere schaal zou voordoen bij de Jack the Ripper-moorden. De ideale moordzaak bestond uit een spraakmakende rechtzaak en een publieke ophanging van de moordenaar. De melodramatische bekentenissen van misdadigers op het schavot waren razend populair. Sommige kranten verzonnen ze zelfs om tegemoet te komen aan de verwachtingen van hun lezers. Charles Dickens beschreef hoe foto’s, handtekeningen en al dan niet authentieke kledingsstukken van criminelen als zoete broodjes over de toonbank gingen. Moordenaressen fascineerden de Victoriaanse lezers mateloos. Dit blijkt zowel uit de analyse van kranten als van fictieve geschriften. In haar studie van Victoriaanse moordenaressen suggereert Judith Knelman dat deze figuren niet pasten binnen het patriarchale systeem. Hun daden konden onmogelijk uitgevoerd worden door een gezond individu en vrouwelijke misdadigsters werden dan ook steevast geportretteerd als monsters, heksen of krankzinnigen. Toch probeerden publicisten een moordenares als de 21-jarige Madeleine Smith op een prikkelende manier te beschrijven. Van Smith waren geen foto’s beschikbaar en lezers konden hun fantasie dan ook de vrije loop laten gaan. Smiths vrijspraak werd op gejuich onthaald en zestig jaar na de feiten herinnerde de Amerikaanse schrijver Henry James zich hoe zijn ouders dagelijks de zaak volgden in de krant. ‘En hoe jammer dat er nog geen foto’s bestonden toen ze leefde, ‘ voegde James eraan toe.
In zijn slothoofdstuk behandelt Diamond de levensloop van een aantal vroege megasterren. Een van de meest gehaaide showbeesten was de Amerikaan Phineas T Barnum die hoge ogen gooide met zijn sensatie ‘General Tom Thumb’, een dwerg die hij allerlei nummertjes liet opvoeren. Dankzij uitgekiende publiciteitsstunts wist Barnum een bezoekje aan de koningin te versieren. Tom Thumb zorgde maandenlang voor volle zalen. Barnum, die nu wordt beschouwd als de eerste impresario uit de geschiedenis, zou later terugkeren naar Europa met zijn vermaarde freakshow. Ook de carrière van de Zweedse sopraan Jenny Lind scheerde hoge toppen. Net als Thumb kon ze rekenen op steun van de vorstin. De meest succesvolle inheemse ster was zonder twijfel Charles Dickens. Hij was één van de eerste beroemdheden die op straat werd herkend. Dickens’ optredens bij theatergezelschappen en zijn publieke lezingen uit eigen werk waren daar niet vreemd aan. Tussen zijn boekentournees laste hij steeds voldoende tussentijd in zodat de anticipatie bij de fans groot was. Na zijn laatste voordracht in maart 1870 gaf het publiek van 2000 man hem een minutenlange staande ovatie.
Diamond neemt naast de kranten ook de fictiegenres uit die tijd door. De sensatieromans van Wilkie Collins en Charles Reade behandelen dezelfde melodramatische thema’s als de kranten. Toch prijst Diamond deze schrijvers ook om hun moderne portrettering van bepaalde vrouwelijke personages en om hun sociaal engagement. Zo waren Reades beschrijvingen van Victoriaanse gekkenhuizen zo gruwelijk realistisch dat zijn uitgever Charles Dickens zich distantieerde van Reades geschriften. ‘Victorian Sensation or the Spectacular, the Shocking and the Scandalous in Nineteenth-Century Britain’is een bijzonder informatief en goed gedocumenteerd werkje dat ons een interessante spiegel voorhoudt. Blijkbaar verschilden de steevast als puriteinen afgeschilderde Victorianen minder van ons dan we zouden willen denken. Diamond beperkt zich evenwel tot de beschrijving van een aantal bijzondere schandalen en soms blijft hij daarbij steken in de anekdotiek. Op de vraag waarom de victorianen zo een hang hadden naar sensatie antwoordt hij enkel dat dit strookt met de menselijke natuur. Het is ook jammer dat hij geen duidelijker profiel schetst van de kranten waaruit hij citeert. Soms dien je als lezer zelf de strekking van een publicatie te achterhalen en krijg je niet voldoende informatie om dat ook te doen. Diamonds werk kan dan ook niet echt tippen aan L.Perry Curtis’ superieure analyse van de manier waarop Victoriaanse kranten de Jack the Ripper-zaak rapporteerden.

Michael Diamond, Victorian Sensation or the Spectacular, the Shocking and the Scandalous in Nineteenth-Century Britain.
Anthem Press, Londen, 2003
ISBN: 1 84331 076 7
328 blz. – 24,92 euro