Marina Lewycka – Twee caravans (De Standaard)


Kip als doedelzak

Gangsters vol gemene littekens zitten hardwerkende illegalen achterna in ‘Twee caravans’. Af en toe valt er te lachen, al schuwt Marina Lewycka de zedenpreken niet.

Kathy Mathys

Veel heeft de succesvolle schrijfster van ‘Een korte geschiedenis van de tractor in de Oekraïne’ niet veranderd aan haar basisrecept. De cover van haar tweede roman oogt even nostalgisch-gezellig en ook deze keer zit er een gemotoriseerd voertuig in de titel. Lewycka brengt opnieuw een kruising tussen romance-met-obstakels en lichtvoetige satire. Toch is ‘Twee caravans’ ambitieuzer, minder geslaagd ook. Lewycka breidt de exclusief-Oekraïense cast uit haar debuut uit met brave Polen, giechelende Chinese studentes, een naiëve Afrikaanse tiener en een Russische gladjanus met Nokia binnen handbereik. In Kent gaan ze aan de slag als aardbeienplukkers. Hun baas, de veelvuldig aan zijn kruis krabbende boer Leapish, is een al even grote snoodaard als Vulk, de gangster die de illegalen in Dover recruteert. Wanneer het mis loopt in Kent, slaan de plukkers op de vlucht in één van hun caravans en krijgen we plots een roadtrip. Ook de vleesindustrie zit niet verlegen om een illegaal meer of minder en dus kunnen ze in kippenkwekerijen terecht. Al gauw leren we dat niet enkel aan de Kentse aarbeien een geurtje zit. Echt nieuw zijn deze onthullingen over de duistere kanten van onze voedingsindustrie niet. Toch mist één hilarische scène, waarin werknemers doedelzak spelen door een kip onder hun arm te knellen, haar effect niet. Lewycka speelt vaak in op het veranderde Europa waarin Portugezen zich moeten uitgeven voor Brazilianen om aan de bak te komen. Brazilianen zijn namelijk illegaal en doen niet zo lastig als Portugezen, waardoor ze sneller aangenomen worden. Haar maatschappijkritiek is soms aan de zeurderige kant, bijvoorbeeld wanneer de Poolse Tomasz zich afvraagt of hij wel vrijer is dan de batterijkippen.
Het reizende gezelschap dunt uit – de Chinese gibbermeiden trekken naar Amsterdam, de Afrikaanse jongen vindt een gastgezin – tot de twee Oekraiënse hoofdrolspelers overblijven. Zal Irina haar donzige dromen over een Engelse gentleman opbergen en zich in de potige armen van mijnwerkerszoon Andriy storten? Dat is de weinig prikkelende kernvraag van deel twee. Af en toe duikt Vulk nog eens op om een robbertje te vechten maar je ziet natuurlijk van mijlenver aankomen hoe keurig alles aan het eind in elkaar zal passen. Lewycka’s debuut haalde zowel de shortlist van de Orange Prize als de Longlist van de Booker Prize. Dat zit er deze keer niet in. De mix van sociale satire en romantiek is te veel uit balans om te overtuigen.

*

Marina Lewycka, Twee caravans. Vertaald door Lidwien Biekmann. Mouria, Amsterdam, 350 blz.