Marilynne Robinson – Gilead (De Standaard)


Brief aan mijn zoon

De Pulitzer-prijs voor fictie ging vorig jaar naar Marilynne Robinson die met ‘Gilead’ een verstilde, onmodieuze vertelling bracht over een predikantenfamilie in Iowa.

Kathy Mathys

Marilynne Robinson vormt een buitenbeentje in het hedendaagse literatuurlandschap. Haar werk is zo intens, serieus, bijna devoot, dat er geen ruimte is voor ironische kwinkslagen en adembenemende plotwendingen. Niet dat ‘Gilead’ een humorloos boek is geworden. Alleen laat Robinson niet toe dat haar schaarse komische toetsen afbreuk doen aan de ernst van haar verhaal.
Robinson debuteerde in 1980 met de roman ‘Housekeeping’, een kleine klassieker over twee weeskinderen die worden grootgebracht door hun excentrieke tante Sylvie, een vagebond wiens onorthodoxe opvoedingsmethodes niet aanslaan in het onooglijke dorpje Fingerbone. Vervolgens schreef Robinson nog twee essaybundels, maar voor een nieuwe roman dienden we maar liefst 23 jaar te wachten. ‘Gilead’ is het fel bejubelde resultaat dat naast de Pulitzer-prijs ook de National Book Critics Circle Award opstreek.
Verteller is John Ames, een predikant die in 1880 geboren werd in Kansas en met zijn familie uitweek naar Gilead, Iowa. Op 76-jarige leeftijd voelt hij het einde naderen en besluit hij om zijn levensverhaal in briefvorm vast te leggen. Hij hoopt dat zijn zoontje van zeven de brief ooit te lezen krijgt en zo zijn vader beter zal leren kennen. Ames’ associatieve verhaalstijl voert ons probleemloos van een onbeduidende anekdote naar één of ander religieus vraagstuk. Praktische bekommernissen – ‘De lelies nabij de kerk moeten nodig worden uitgedund’ – worden afgewisseld met bijna essayistische intermezzo’s over de betekenis van het doopritueel of de tien geboden. Ames vertelt ook de geschiedenis van zijn voorouders, eveneens predikanten. Vooral zijn grootvader aan vaders zijde was een kleurrijke figuur met een wilde baard, borstelige wenkbrauwen en een fel gehavend plunje. De man was een pionier die op zijn zestiende visioenen van Christus kreeg en zich in Kansas nuttig ging maken in de strijd tegen de slavernij. Hij was een doorgewinterd abolitionist die vol vuur de wapens ter hand nam en ook zijn kerkgangers aanmoedigde het onrecht te bekampen. Ames herinnert zich zijn grootvader vooral als een gekwelde man die zich in Gilead ontheemd voelde. Als kind was Ames begeesterd door deze bijna oudtestamentische figuur die zijn parochianen naar de kerk lokte met een pistoolschot bij gebrek aan een kerkklok. Geleidelijk aan begrijpt Ames waarom zijn vader, een pacifist, heel wat minder ingenomen is met grootvaders levenswandel.
Ames huwde als jongeman met een dorpsmeisje maar zijn vrouw stierf in het kraambed. De predikant sleet dan ook het grootste deel van zijn leven in stilte. Hij kende naar eigen zeggen ‘wel verdriet maar nooit zonder rust, wel eenzaamheid maar nooit zonder vrede.’ Op hoge leeftijd ontmoette Ames dan toch nog een vrouw die hem een zoon schonk. Ze was een zonderlinge zwerfster, verwant aan het personage van Sylvie uit ‘Housekeeping’. Robinson wijdt één van haar grapjes aan deze ongewone domineesvrouw: ‘Waarschijnlijk maakte zelfs Maria Magdalena af en toe een eenpansmaaltijd klaar.’
Als er al sprake is van een traditionele, dramatische plot, dan heeft die vooral te maken met Jack Boughton, de zoon van ene Boughton, eveneens een predikant en Ames’ beste vriend. Jack Boughton verliet jaren geleden Gilead nadat hij een piepjong meisje zwanger maakte en haar aan haar lot overliet. Ames, die zelf jarenlang worstelde met de dood van vrouw en kind, kon Jack Boughton zijn onverschillige gedrag niet vergeven. Nu zowel voor Ames als Boughton de dood nabij is, keert verloren zoon Jack terug naar Gilead. Jack voert moeizame gesprekken met Ames over diens verleden, lotsbestemming en religie. Op heel subtiele wijze toont Robinson hoe de ietwat bekrompen predikant zijn mening over Jack herziet.

Net als in ‘Housekeeping’, waarin op meer versluierde wijze religieuze kwesties werden aangekaart, vormt water een belangrijk motief in ‘Gilead’. In Robinsons roman uit 1980 leefden de weesmeisjes nabij een onherbergzaam meer dat het leven nam van hun grootvader en hun moeder. Toch kent water vooral positieve connotaties bij Robinson. Het is een transparent medium dat levens neemt maar ook kracht schenkt, zoals tijdens het doopritueel. Voor John Ames is er niets mooiers dan regendruppels waarop het zonlicht valt. Ames mag dan al een religieuze figuur zijn, hij is dol op het aardse leven en het doet hem pijn om er afscheid van te moeten nemen. Hij bewondert het leven zo sterk dat hij zelfs af en toe vergeet om ervan te genieten. ‘Gilead’ zit vol uitgepuurde beschrijvingen van de aardse schoonheid en Robinson slaagt erin die te presenteren zonder ook maar één keer sentimenteel te klinken. Ook bij de keuze van haar personages maakt Robinson het zichzelf niet makkelijk. Wat is er nu zo fascinerend aan een degelijke kerel als Ames? Hij is nu eenmaal een rechtschapen, eerlijke man die enkel met zijn oordeel over Jack Boughton even leek te dwalen. Eigenlijk zit ‘Gilead’ vol moreel onberispelijke figuren en om daar als schrijver mee aan de slag te gaan, is aartsmoeilijk. Net als in haar debuut bewijst Robinson hoe goed ze de geest van een plek in woorden kan vatten. Fingerbone en Gilead zijn gelijkaardige dorpen. Het zijn godvergeten achterafplaatsen die af te rekenen hebben met barre weersomstandigheden en epidemieën. ‘Deze plaats straalt uit wat er van hoop wordt als ze wat vermoeid begint te worden,’ schrijft Robinson.
Toch ook een kritische noot bij deze geslaagde roman. Van Robinson is bekend dat ze erg gelovig is. Ze preekt geregeld in haar eigen thuishaven en verdedigde in de essaybundel ‘The Death of Adam: Essays on Modern Thought’ (1998) op gepassioneerde wijze Johannes Calvijn en het Amerikaanse puritanisme. Af en toe glijdt ook ‘Gilead’ te veel af naar het essayistische met uiteenzettingen over de bijbel die voor niet-gelovigen nogal hermetisch aandoen.

***

Marilynne Robinson, Gilead. Vertaald door Henk Schreuder, Arbeiderspers, Amsterdam, . Oorspronkelijke titel: Gilead.

De auteur

Marilynne Robinson (1947) is de auteur van ‘Housekeeping’, dat werd genomineerd voor de Pulitzer-prijs en werd bekroond met de Pen/Faulkner Award. Daarnaast schreef ze de essaybundels ‘The Death of Adam’ (1998) en het omstreden ‘Britain: the Welfare State and Nuclear Pollution’ (1989). Voor haar roman ‘Gilead’ kreeg ze de Pulitzer-prijs in 2005.