Marie Phillips – Goddelijk huishouden (De Standaard)


Werkloze goden

Zeus en zijn nazaten, ooit heer en meester in het oude Griekenland, hebben betere tijden gekend. In het hedendaagse Londen hokken ze misnoegd samen in een vervallen huurhuis. Marie Phillips’ lichtvoetige komedie weet te bekoren.

Kathy Mathys

Vroeger maakten goden – letterlijk – het mooie weer op onze aardbol. Een flinke orkaan? Godin Hera die zich net iets te fel uitleeft bij de lenteschoonmaak. Een bliksemflits? Thor die uit zijn sloffen schiet. Gesofisticeerde computersimulaties en klimaatsexperten maakten een einde aan hun heerschappij. Apollo, Griekse god van de zon, verveelt zich stierlijk nu zijn hoogdagen voorbij zijn. Er zit sleet op zijn seksuele escapades met de sletterige Aphrodite. Hoe kan het ook anders na al die tijd? Londenaars van de eenentwintigste eeuw geloven niet meer en de Griekse goden gaan dus op zoek naar alternatieve bezigheden. Dionysos vindt een baantje als DJ en als uitbater van de nachtclub Bacchanalia, Apollo werkt als tv-medium op een set die gemodelleerd is naar het orakel van Delphi en Aphrodite runt een sekstelefoonlijn. Enkel Ares, god van de oorlog, heeft het nog echt druk: ‘Die oorlog tegen het terrorisme levert te weinig slachtoffers op. Zal ik Japan eens lekker opjutten?’ Twee stervelingen verstoren de betrekkelijke rust in het Griekse huishouden, schoonmaakster Alice en haar geheime aanbidder Neil. Aphrodite haalt een gemene truc uit en laat Apollo hopeloos verliefd worden op de weinig bekoorlijke Alice. Die bezwijkt niet voor Apollo’s gepolijste schoonheid want ze is natuurlijk net zo dol op Neil als hij op haar. Apollo’s wraak is bitter en Alice komt in de onderwereld terecht. Zal haar onwaarschijnlijke held, een overjaarse striplezer die nog nooit een vrouw heeft gekust, haar kunnen redden?
Boeken gebaseerd op een gimmick durven na een dertigtal pagina’s wel eens aan bloedarmoede te lijden. Phillips’ idee – klassieke goden in een moderne setting – is leuk en blijft dat ook. Ooit hadden de goden een voorbeeldfunctie. Nu leven ze er maar op los, alle morele regels en codes vrolijk aan hun laars lappend. De verderfelijkste goden zijn de grappigste: Aphrodite en Apollo voeren moeiteloos het peleton aan. Alice en Neil zijn met hun onbezoedelde communicantenzieltjes een pak minder fascinerend. Hun stuntelige romance is ook niet meteen verrassend. Nee, het zijn de onsterfelijken die het verhaal swingend houden, ook tijdens de finale die wel iets heeft van een actiefilm. Neil treedt in de voetsporen van Orpheus, die ooit Eurydice uit de onderwereld wilde bevrijden. Gelukkig is Phillips’ onderwereld even komisch als het rommelige godenhuis. De overledenen drinken er water uit de Lethe om herinneringen aan hun leven te wissen en ze doden de tijd met partijtjes scrabble. ‘Goddelijk huishouden’ werkt het best als komedie vol slimme mythologische verwijzingen. Laat Phillips één van de personages diepzinnigheden over onsterfelijkheid uitkramen, dan borrelt de sentimentaliteit op.

**

Marie Phillips, Goddelijk huishouden, vertaald door Paul Bruijn en Otto Biersma, De Bezige Bij, 286 blz.