Lionel Shriver – Waar is het fout gegaan (De Standaard)


Moeder van de moordenaar

Hoe groeit een kind dat wordt grootgebracht in een beschermde omgeving uit tot een massamoordenaar? Dat is de centrale vraag in ‘Waar is het fout gegaan’, een confronterende roman van Lionel Shriver.

Kathy Mathys

Op 8 april 1999 richt de vijftienjarige Kevin Katchadourian een bloedbad aan op school. Hij doodt zeven van zijn medestudenten, een leraar en een keukenhulp met een kruisboog. Kevins moeder, Eva, leeft alleen sinds ‘donderdag’, zoals ze telkens verwijst naar de dag des onheils. Termen als ‘massacre’ of ‘incident’ dekken voor haar de lading niet. In brieven aan Franklin, de echtgenoot van wie ze vervreemd is, tracht Eva te begrijpen hoe het ooit zo ver kon komen. ‘Waar het is fout gegaan’ opent met Eva’s eerste brief in november 2000 en de roman eindigt 400 pagina’s later in april 2001. Eva gaat ver terug in het verleden, zelfs tot de jaren voor Kevins geboorte. Haar herinneringen aan vroeger worden afgewisseld met verslagen van haar bezoeken aan Kevin in de jeugdgevangenis, waar de moordenaar inmiddels uitgegroeid is tot een mythe.
Eva is een Amerikaanse van Armeense afkomst die steevast valt voor zweverige types met rasta’s en hippiesandalen, tot ze Franklin ontmoet, een echte Amerikaan die dol is op blockbusterfilms, McDonald’s en de Republikeinse Partij. Ondanks haar linkse politieke ideeën en anti-Amerikaanse gevoelens wordt Eva verliefd en trouwt ze met Franklin, die staat te popelen om een gezin te stichten. Eva blijft het kindervraagstuk voor zich uit schuiven tot ze halfweg de dertig is. Uiteindelijk bezwijkt ze toch en wordt ze zwanger van Kevin. Haar zwangerschap is geen pretje maar dat is nog niets vergeleken met de ontgoocheling die haar te wachten staat na de geboorte. Wanneer ze de baby tegen haar borst drukt, blijven de heftige gevoelens uit. Hoezeer Eva ook haar best doet en zich uitslooft voor Kevin, er is nauwelijks sprake van een band tussen de twee. Kevin maakt het haar ook niet makkelijk. Hij is bijzonder kil, totaal niet aanhankelijk en naarmate hij ouder wordt, lijkt hij er steeds meer plezier in te scheppen om zijn moeder te treiteren. Hij weigert samen te eten met Eva, die het gevoel heeft dat ze een hond voert wanneer ze Kevins bord ergens neerploft. Kevin is nauwelijks communicatief en tegemoetkomend, al lijkt hij met Franklin meer zijn best te doen. Wanneer zich verontrustende incidenten beginnen voor te doen, neemt Eva’s bezorgdheid toe. Op school ontpopt Kevin zich tot een geïsoleerde maar gevreesde pestkop. Thuis terroriseert hij op geniepige wijze het leven van zijn moeder en zijn zusje, Celia, een engelachtig poppetje dat niet opgewassen is tegen haar broer. Kevin drijft ook een wig tussen Franklin en Eva. Zijn vader verwijt Eva haar koelheid tijdens Kevins babyjaren en wanneer Eva pleit voor psychologische begeleiding van hun zoon, wuift Franklin dat smalend weg. Hij ziet Kevins pesterijen als kinderstreken en weigert te erkennen dat zijn zoon gedragsstoornissen vertoont.

Wanneer Eva haar verhaal doet, is ze 54 en woont ze een krakkemikkig huurhuisje in de nabijheid van de gevangenis. ‘Ik vind het tegenwoordig veel belangrijker om begrepen te worden dan om aardig gevonden te worden,’ schrijft ze. Op veel vriendelijkheid en begrip van haar buren in de buitenwijken hoeft Eva in geen geval te rekenen. Ze wrijven haar nalatigheid als moeder aan en sommigen geven haar zelfs de schuld van wat er gebeurde. Eva is een intrigerende vrouw met een afstandelijke vertelstem en een gevoel voor droge humor. Nu eens komt ze arrogant en superieur over – bijvoorbeeld in haar tirades tegen de Amerikanen – dan weer fragiel en doordrongen van schuldgevoel. Haar zoektocht naar antwoorden is geen onomwonden succes. Eva reikt tientallen elementen aan die geleid kunnen hebben tot de slachtpartij maar misschien slaat ze met geen van haar suggesties de nagel op de kop. Ze vindt het vreselijk dat ze zo weinig voelde voor haar zoon, al beseft ze wel dat Kevin veel meer op haar lijkt dan op Franklin. In de nabijheid van zijn vader speelde Kevin de rol van goedgemutste, joviale zoon, maar meer dan een act was dat niet. Eva meent dat Kevin lijdt aan een extreme vorm van existentiële verveling. Hij gaat naar een goede school, heeft rijke ouders maar heeft toch het gevoel dat er iets fundamenteels ontbreekt. Eva vreest ook dat haar monologen over wat er fout is met Amerika een negatief effect hadden op haar zoon. Amerikanen hebben geen verantwoordelijkheidsgevoel, raasde Eva keer op keer, en ze schuiven steeds de schuld in de schoenen van een ander. In een ijzingwekkende scène laat Shriver Kevin de monologen van zijn moeder recycleren tijdens een tv-interview vanuit de gevangenis: ‘Als Amerikanen ergens in falen, moet het altijd de schuld van iemand anders zijn. Ik blijf achter mijn daden staan. Het idee was van mij en niet van iemand anders.’ Shriver komt met heel veel theorieën op de proppen om Kevins gedrag te verklaren maar nergens laat ze doorschemeren de waarheid in pacht te hebben. Moraalridders die denken dat het allemaal de schuld is van ‘Terminator’ en ‘Rambo’ krijgen een sneer van de sceptische schrijfster.

‘Wat er fout ging’ is een zogenaamde briefroman maar dan één met de spanning van een thriller. Niet dat de actie al te zeer ten spits wordt gedreven, al steven je natuurlijk wel af op de onvermijdelijke tragedie die de aanleiding vormt van dit boek. Wat deze roman zo bijzonder maakt, is de veelheid aan thema’s die erin aan bod komen. Shriver stelt vragen over ouder- en kindrelaties die nog in de taboesfeer zitten. Wat doe je als je beseft dat je kind je koud laat? Is iemand een slechte moeder wanneer ze haar kind tien seconden uit het oog verliest? Hoeveel opofferingen dienen ouders te maken voor hun kroost? Hoeveel macht hebben kinderen over hun ouders? Is Kevins gedrag aangeboren of heeft het iets te maken met zijn opvoeding? Shriver, die zelf geen kinderen wou, droeg haar roman op aan haar partner met de woorden ‘Voor Terri. Net als ik aan een van de allerergste scenario’s ontsnapt’. In interviews laat Shriver geregeld vallen dat ze haar hele leven al nadenkt over de impact van kinderen op het leven van hun ouders en omgekeerd. Dat laat zich duidelijk voelen aan deze doorleefde roman. Daarnaast stelt deze winnares van de Orange Prize in 2005 interessante vragen over de Amerikaanse obsessie met roem en beruchtheid. Shrivers roman vertoont in dat opzicht enige raakpunten met ‘Hey Nostradamus’ van Douglas Coupland, dat ook over een Columbine-achtige moordpartij ging maar meer aandacht had voor de nabestaanden van de slachtoffers.
Dat Shriver haar interessante ideeën in een voortreffelijke geschreven prozavorm giet, maakt van dit boek nu al een moderne klassieker. Eva klinkt meestal onsentimenteel en ondanks alle ellende vaak bijzonder grappig. Geen van de personages in deze roman kun je echt aardig noemen, zelfs niet de nogal kleurloze en naïeve Celia. Shrivers confronterende verhaal zadelt je nu en dan met een oncomfortabel gevoel op, ook wanneer je geen kinderen hebt. Het is een echte aanrader, behalve dan voor aanstaande ouders die er enkel nachtmerries aan zouden overhouden.
***

Lionel Shriver, Waar is het fout gegaan, A.W.Bruna Uitgevers, Utrecht. Vertaald door Mieke Trouw Luyckx, 398 blz., 19.95€. Oorspronkelijke titel: We Need to Talk About Kevin.

De auteur

Lionel Shriver is met ‘Waar is het fout gegaan’ al aan haar zevende roman toe. Eerder schreef ze onder andere ‘Double Fault’ en ‘The Bleeding Heart’. Shriver woont en werkt in New York en Londen. Voor ‘Waar is het fout gegaan’ kreeg Shriver in 2005 de Orange Prize.