Jenny Diski – Over reizen, rust en rendieren (Het medisch weekblad)


Roerloos reizen

De Engelse romanschrijfster Jenny Diski verbaast zich er steeds weer over dat mensen haar het etiket reisboekenschrijfster opplakken. Ze schreef een boek over haar verlangen om de verlatenheid van Antarctica te proeven en een tweede over haar liefde voor doorreizen. In ‘Vreemdeling in een trein’ heeft ze het over een lange boottocht met een vrachtschip en over een trage, bedwelmende treinreis door de VS. Bij haar vind je geen beschrijvingen van toeristische klassiekers of gezellige B&B’s. Diski’s boeken zijn een mix van memoire, essay en resiboek.
Sinds Diski ‘Vreemdeling in een trein’ schreef en daar een rits prijzen voor ontving, is er één en ander gebeurd in haar leven. Dat lezen we in haar nieuwste boek: ‘Over reizen, rust en rendieren’. De eigenzinnige Diski, die altijd zo gesteld was op haar eenzaamheid, heeft een nieuwe liefde die ze De Dichter noemt. Ze verhuisde van Cambridge naar Londen en voelt nog steeds de drang naar alleen-zijn, leegte en verlatenheid. Ze kan die vinden in de achtertuin van De Dichter waar ze een eigen werkhuisje heeft. Toch is alleen zijn in de wetenschap dat er op 20 m gezelschap wacht heel anders dan complete isolatie in een hutje aan het einde van de wereld. Diski trekt er dus nog af en toe op uit om haar geliefde manier van reizen ten volle te kunnen beleven. ‘Over reizen, rust en rendieren’ valt uiteen in drie delen: Nieuw-Zeeland, de Quantock Hills in Engeland en Lapland.
Diski is naar eigen zeggen op zoek naar ‘vreemdheid zonder wanhoop’. Ze krijgt een uitnodiging voor het Wellington Readers and Writers Festival en stemt in op voorwaarde dat ze daarna nog wat alleen kan reizen. Na de verplichtingen en formaliteiten, die ze met veel gevoel voor absurditeit vastlegt, trekt Diski naar de Coromandelkust, slechts een busrit bij Auckland vandaan. Ze laat de schat aan geisers, vulkanen en regenwouden die Nieuw-Zeeland rijk is links liggen om enkele dagen aan de Coromandelkust door te brengen. Ze heeft geluk. Diski is de enige toerist in de sobere gastverblijven. Toch is complete isolatie niet makkelijk, merkt ze. De uitbaatster blijkt over een onvermoeibare bekeerdrift te beschikken en de atheïstische Diski wordt zowaar nukkig van de zinloze discussies over religie. Op het Engelse platteland in Somerset logeert ze in het bijhuis van een boerderij. De vrouw die de schapen hoedt, maakt zich geregeld zorgen, wanneer Diski dagenlang binnenblijft. Diski is geen grote wandelaar en het liefst zit ze urenlang binnen naar het landschap te staren, te lezen of te schrijven. In Nieuw-Zeeland wil ze aan het einde van haar verblijf toch nog een paar bezienswaardigheden bezoeken. Geveld door plotse ziekte zit er niets anders op dan in bed de folder van de grot bij Lake Te Anau te bestuderen. De schrijfster vindt het net zo bevredigend als een echt bezoek.
Het laatste deel van dit boek schreef Diski in opdracht van The Observer. Het komt het dichtst in de buurt van traditionele reisjournalistiek. Diski schrijft over de problemen die de Lappen hebben, nu ze door de Westerse cultuur dreigen weggeveegd te worden. Er volgen ritjes met sneeuwscooters en bezoeken aan rendieren. Toch draagt ook dit deel van het boek Diski’s onmiskenbare dwarse stempel. Ze stelt zich vragen bij reisjournalistiek die vergoed wordt door dure resorts en hotels. Ze onderbreekt haar verhaal voor filosofische overpeinzingen en uitstapjes naar haar moeilijke verleden als psychiatriepatënt. Scherp, grappig en beeldend: niemand schrijft zo mooi over leegte als Jenny Diski.

Jenny Diski, Over reizen, rust en rendieren, Atlas, 19,90 €