Het bintje (De Tijd)


Ruimt bintje het veld?

In Nederland lijkt het bintje stilaan uit de winkelrekken te verdwijnen. De Stichting Natuur en Milieu voorspelt dat er binnenkort geen bintjes meer te vinden zullen zijn in de supermarkten. Is deze aardappel bij ons hetzelfde lot beschoren?

Kathy Mathys

Het bintje werd 97 jaar geleden gecreëerd in Friesland en verwierf al snel een vaste stek in de Benelux en in Noord-Frankrijk. Door de kruising van de soorten Munsterschen en de Jaune d’Or verkreeg onderwijzer Klaas Lieuwes de Vries een lange knol met vlakke ogen. De amateur-teler noemde de aardappel naar één van zijn favoriete leerlingen, Bintje Jansma. Al snel werd het bintje geprezen om zijn veelzijdige culinaire mogelijkheden. Toch heeft het ras betere tijden gekend. Nu al zijn 55 % van de Nederlandse supermarkten bintjevrij. Negatieve berichtgevingen over de aardappel dreven grootdistributeur Albert Heijn er zelfs toe om het ras niet langer te verdelen. Het bintje zou al te ziektegevoelig zijn en daardoor te fel moeten worden bespoten. Vooral de aardappelziekte (phytophthora infestans) zou het bintje nogal wat parten spelen. In 1848 dook deze ziekte voor het eerst in onze regio op met desastreuze gevolgen. Vooral tijdens vochtig en warm weer verspreidt deze schimmel zich erg snel en kan hij in een mum van tijd ernstige schade toebrengen aan de oogst. De sporen worden door opspattende regendruppels of wind verspreid en ze tasten eerst de bladeren, later de stengel en de knol aan.
In Nederland is niet iedereen even ingenomen met de verbanning van het bintje. Sommige telers menen dat de problemen met de aardappelplaag veeleer een gevolg zijn van het landbouwsysteem en niet van het gebruikte ras. Ook Romain Cools van Belgapom (Belgische aardappelhandel en verwerking erkende beroepsvereniging) denkt er zo over: ‘ In Nederland worden dezelfde landbouwgronden soms jaarlijks voor aardappelen gebruikt. Hierdoor is de vrucht uitermate gevoelig voor de aardappelziekte. Niet alleen bintje valt eraan ten prooi.’ Bintje wordt een beetje ten onrechte gestigmatiseerd door supermarkten of voedseldistributeurs, die zich als milieubewust willen profileren. Toch is er wel wat meer aan de hand. De marktprijs van bintje in Nederland is zo laag geworden dat men op zoek gaat naar andere, meer winstgevende variëteiten.

Belgische markt

De situatie in België is niet echt te vergelijken met die van onze noorderburen. Onze aardappelteelt heeft weliswaar veel problemen met schimmels, maar is minder intensief dan in Nederland, aldus Romain Cools. Toch dient er ook hier te worden gespoten. Kan men dan geen rassen ontwikkelen die resistent zijn tegen de kwalen? Marc Goeminne van het Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt, een onafhankelijk voorlichtingsorgaan, stelt dat dit erg moeizaam verloopt: ‘Uit Zuid-Amerika wordt pootmateriaal gehaald, waarmee men nieuwe variëteiten ontwikkelt. Wanneer men die dan op kleine schaal teelt, bekomt men rassen die na verloop van tijd ook ziektegevoelig blijken. Bovendien is het niet simpel om kwekers en distributeurs warm te maken voor nieuwe rassen. Wanneer een landbouwer bintjes kweekt, heeft hij diverse kanalen om zijn product aan de man te brengen.’
De organisatie van de aardappelmarkt blijkt inderdaad een belangrijke factor in het bintjesverhaal. Romain Cools: ‘In Nederland sluiten kwekers en afnemers contracten af met heel specifieke voorwaarden en afspraken. In België komt de kweker met zijn product op de vrije markt. De aardappel is hier nog veel meer een speculatief goedje. De teelt kent geen Europese marktordening met interventieprijzen. Hierdoor kan de oppervlakte van het areaal van jaar tot jaar verschillen, naargelang de akkerbouwers zich aangetrokken voelen tot de aardappelprijs van het vorige jaar. Het bintje blijkt in deze context een ideaal product. De opbrengst kan oplopen van 50 tot 70 ton per ha, terwijl de gemiddelde aardappelopbrengst in België 44 ton per ha bedraagt. Bovendien hoeft men op het pootgoed voor bintjes geen rechten te betalen, wat wel het geval is bij nieuwe variëteiten.’ Met het bintje kan de teler terecht op de versmarkt, in de industrie maar ook in het buitenland, vooral in Spanje en Centraal- en Oost-Europa.
Toch wordt ook in België langzamerhand overgeschakeld naar contractteelt. In Wallonië is 40 à 50 % van de teelt al op die manier georganiseerd, maar Vlaanderen volgt. Wanneer een fabrikant een deal sluit zijn er minder financiële risico’s voor de teler, die ook ander, eventueel duurder, pootgoed kan gebruiken. Het PCA hield een uitgebreide enquête bij 130 telers (6 % van het areaal) en merkte dat nog meer dan 80 % bintjes kweken. Wie andere soorten gebruikte, werkte in meer dan 80 % van de gevallen met contractteelt. De meest populaire variëteiten zijn hierbij Saturna voor chips en Felsina en Asterix voor friet. Een vergelijking van het areaal in 2001 en 2002 toont ook dat bintje minder wordt geteeld en dat het aandeel van andere variëteiten toeneemt.

In de keuken

Navefri, de Nationale Vereniging van Frituristen, zweert nog steeds bij het bintje. De aardappel heeft volgens hen het ideale suikergehalte om mooie frietjes te leveren.
Supermarkten, die 67 % van het marktvolume voor hun rekening nemen, blijken meer open te staan voor andere aardappelsoorten. Bij Carrefour is het aandeel van de bintjes nu al vrij klein. Toch zijn ze niet van plan de variëteit volledig uit het aanbod te laten verdwijnen. Het blijft voor hen een heel interessant product.
Bintje is inderdaad een allrounder, die zowel geschikt is voor de versmarkt als voor de industrie. Het is een bloemige aardappel, met een vrij hoog zetmeelgehalte, die voor allerlei bereidingen geschikt is. Hij wordt bij culinaire chefs nog steeds hoog in het vaandel gedragen, al meent Norbert Koreman van het magazine Culinaire Saisonnier dat chefs nu ook vaak gebruik maken van de Ratte of de Opperdoezer Ronde.
In het Waregemse restaurant ’t Konijnje wordt bintje enkel nog gebruikt voor puree. Verder wordt vooral gewerkt met de vastkoker, Charlotte. Ook Frank Fol van Sire Pynnock maakt nu vaak gebruik van vastkokende variëteiten, al blijft bintje voor hem een onmisbare klassieker.
Het is erg moeilijk om de populariteit van het bintje bij de consument in te schatten. Een enquête door VLAM wees uit dat de verschillende aardappelsoorten nauwelijks naambekendheid genieten. Enkel de naam ‘bintje’ en het onderscheid tussen bloemig of vastkokend bleken wijdverbreid.