Aravind Adiga – De laatste man in de toren (De Standaard)



Moreel ambigu

Sinds zijn Booker Prize-winnaar ‘ De witte tijger’ weten we dat het India van Aravind Adiga er een is waar hebzucht en corruptie welig tieren. Indiase grootsteden barsten uit hun voegen en lijken een eeuwige bouwput. In ‘ De laatste man in de toren’ richt Adiga zich op Mumbai en meerbepaald op de wijk Vakola, waar oude flatgebouwen plaats maken voor luxueuze appartementscomplexen. De komische, spotzieke verteller uit ‘De witte tijger’ ruimt hier veld voor een alwetende verteller die zelfs de kleur van de koelkaststickers van de Vikram Corporatie-bewoners kent. De focus is Dickensiaans: bedienden en machthebbers wisselen elkaar af in korte hoofdstukken. Adiga brengt de levens van de boekhouders en onderwijzers uit de toren op een ironische, afstandelijke manier in beeld. Geen van hen is moreel superieur: ze doorspitten het vuilnis van de buur, bespieden elkaar en dromen van geld en meer luxe. Masterji, de voormalige leraar die als enige weigert om zijn flat te verkopen, is geen absolute heilige. Zijn drijfveren zijn niet helemaal zuiver en hij lijkt meer op de projectontwikkelaar dan je aanvankelijk vermoedt. Die morele ambiguïteit maakt de roman interessant, al slaagt Adiga er niet in om zijn personages uit te diepen en tot leven te laten komen. De 25-tal personages uit deze roman zijn niet allemaal even boeiend en Adiga heeft wel erg veel pagina’s nodig om hun gekibbel en geruzie te verbeelden. De plot is minder verrassend dan in ‘De witte tijger’ en vooral het midden van dit boek is te langdradig. Adiga liet al eerder zien dat hij de grove borstel niet schuwt en dat leverde in ‘De witte tijger’ veel komedie op. Hier is de sociale satire minder pittig en te voorspelbaar. Deze roman is het meest geslaagd als wervelend portret van Mumbai, waar ‘ een wolk van elektrisch licht de gebouwen als wierook omhulde’. Met de vinnigheid en wendbaarheid van een autoriksja beweegt Adiga zich door de stad die hij in knappe details weet te vatten. (Kathy Mathys)

**

Aravind Adiga – De laatste man in de toren – vertaald door Arjaan van Nimwegen – Bezige Bij – Amsterdam – 488 blz. – Oorspronkelijke titel: Last Man in Tower.