Anne Enright interview (De Standaard)


Voor de durvers

Ze is niet bang van vieze babyluiers, wegterende zieken en vechtende echtparen. Gelukkig zitten Anne Enrights verhalen vol prachtzinnen en sluwe humor. Dat bewijst ze opnieuw met de kortverhalenbundel ‘Het weer van gisteren’.

Kathy Mathys

Misschien ligt het aan de context waarin ik hen ontmoet. Misschien zijn het de keurige kopjes thee, de dieprode tapijten in de hotellobby. Wat er ook van zij, schrijvers lijken me telkens weer zo spaarzaam met hun bewegingen. Ik vermoed dat de meeste van deze uiterst geciviliseerde dames en heren een gedempte versie van zichzelf etaleren. De stem op fluisterstand, de handen netjes gevouwen op tafel vertellen ze – één en al minzaamheid – over hun schrijfsels. Niets van dit alles bij Anne Enright die als een wervelwind de kamer binnenraast. Het vliegtuig vertrok te laat, er was geen tijd voor lunch en ze is afgepeigerd na een lange boekentoernee. Enright heeft een gulle lach en een licht ongeduldige lichaamstaal. Haar onomfloerste volzinnen brengt ze met een pittig Iers accent. Vragen waar ze niet meteen iets op verzint, wimpelt ze af met een schouderophalende ‘Oh, well.’ Het is een gebaar dat doet denken aan de vrouwen die Enright zelf opvoert. Velen van hen zijn gehard door de verkeerde keuzes die ze maakten. Hun levens zijn ontspoord door nonchalance of onzekerheid. Door die ene foute inschatting. In Enrights verhalen drinken de personages giftig zwarte koffie. Ze gaan op reis in ‘het minst Franse oord in heel Frankrijk, met armoedige huizen, zonder enige allure’. Een vrouw kijkt toe hoe bromvliegen met hun vuile poten op de speen van haar pasgeborene kruipen. Een ander ziet haar anorexische zusje verdampen onder spierwitte ziekenhuislakens. Een jonge moeder vraagt zich af of haar kind zal lijden onder ‘de totale ineenstorting van de liefde die hem had gemaakt’. In ‘De samenkomst’, de roman die haar in 2007 de Man Booker Prize bezorgde, rouwt een Ierse familie om broer Liam, een getraumatiseerde jongeman die zelfmoord pleegde.
Nee, het is zeker geen vrolijke boel in Enrights wereld. Elke beslissing kan er fataal zijn, elke belofte kan tot ondergang leiden. Toch doet Enright zoveel meer dan de etterende wonden blootleggen. Ze ontstijgt het genre van het ruwe, nietsontziende realisme met haar bijtende humor en briljante stijl. ‘Het weer van gisteren’ bevat korte verhalen – ze tellen gemiddeld 10 à 15 pagina’s – die Enright in de loop van de voorbije tien jaar schreef. Sommige bezorgen je rillingen, zo goed zijn ze. Enright vat de moedeloosheid en uitputting van jonge ouders haarscherp in ‘Caravan’ en ‘Het weer van gisteren’. ‘De dood van het meisje’, ‘Zusje’ en ‘De cruise’ zijn sterke verhalen over ziekte en dood. Voor tedere bespiegelingen over vergankelijkheid ben je bij Enright aan het verkeerde adres. Op de anorexia-afdeling staat ‘een rij bedden met magere scharminkels die lagen te breien of op en neer te dansen, als er maar calorieën werden verbrand’. Heel even zien we een glimp van een naakt, uitgemergeld meisje. Het is ‘alsof je aan het zappen bent, op zoek naar een soap, en opeens in beelden valt van hongersnood of porno’. Niet alle verhalen zijn even uitmuntend. ‘Foute weekendseks’ is niet meer dan een leuk idee en in ‘Zijn vrouw’ slaagt Enright er niet in om echt door te dringen tot het mannelijke hoofdpersonage.
Het is opvallend hoe vaak Enright vrouwen beschrijft die voor anderen zorgen, kinderen, zieken of – zoals in ‘De samenkomst’ – familieleden met psychische problemen. Dat is geen toeval, volgens de schrijfster:
“Meestal zijn het de vrouwen die opruimen, nadat anderen er een zootje van hebben gemaakt. Vrouwen zijn dikwijls de getuigen, niet de doeners, maar de stille schoonmaakploeg achteraf.”
Enright beseft heel goed dat ze vooral over vrouwen schrijft en ze hoopt dat ze dat doet op een eerlijke manier:
“En vrouw die schrijfles geeft, vertelde me eens over haar klassen met adolescenten. Zonder uitzondering schreven de 16-jarige meisjes over romantische liefde, terwijl jongens van die leeftijd het over moord en rampspoed hadden. Die twee uiterste polen representeren een puberale verbeelding. Een schrijver moet op zoek gaan naar het midden tussen die twee. Ik demoniseer mijn vrouwen niet maar ik maak ook geen heiligen van hen. Mijn personages zijn doodgewone vrouwen met herkenbare gebreken en zwakheden. Sommigen vinden liefde, anderen niet. De laatste tijd vind ik het steeds interessanter om over mannen te schrijven, al lukt het niet altijd zo best. Over het kortverhaal ‘Zijn vrouw’ ben ik bijvoorbeeld niet zo tevreden. Ik schrijf gewoonlijk verhalen waarin de personages bevrijding voelen aan het eind, ook al kan die heel beperkt zijn. ‘Zijn vrouw’ slaagt er niet in om dat gevoel van bevrijding weer te geven.”
Bij ons is Enright vooral bekend dankzij Booker Prize-winnaar ‘De samenkomst’, waarin Veronica Hagerty bijna stikt in haar woede om de onnadenkendheid van haar moeder. Ook haar zielloze huwelijk zit haar hoog. Het is die subtiel gebrachte, onderhuidse woede die aan ‘De samenkomst’ een vreemde spanning geeft. Enright gaat niet akkoord, wanneer ik het een ‘kwade roman’ noem:
“Het is niet het boek maar Veronica die kwaad is. En trouwens, dankzij haar woede kan ze iets veranderen. Het is een bevrijdende, hoopgevende kwaadheid die haar niet nekt. Ik vraag me af waarom ik me keer op keer moet verantwoorden voor de teneur van dat boek? Als een man een ‘kwaad boek’ schrijft, vraagt niemand hem wat zijn probleem is. Dat is opmerkelijk want mannen laten hun boze personages meestal een wapen kopen en iemand omverknallen.”

Clichés op hun kop

Enright schreef de verhalen uit ‘Het weer van gisteren’ in de loop van de voorbije tien jaar.Toen ze nog een voltijdse job had als tv-producer, vond ze niet de tijd en de concentratie om aan een roman te werken. Kortverhalen lukten nog net. Nu ze al vier romans afleverde, blijft ze kortverhalen schrijven. Als haar werk van lange adem even niet vlot, kan ze teruggrijpen naar dat heerlijk wendbare en eindeloos flexibele formaat van het kortverhaal:
“Het zijn zeker niet zomaar vingeroefeningen voor mij. Ik zie ze als een evenwaardig en fel onderschat genre. Kortverhalen gaan altijd over verandering. Soms kan je nauwelijks je vinger leggen op wat er precies is gebeurd. Het hoeft niet allemaal tot in detail te worden uitgelegd. Wie mij komt vertellen dat kortverhalen enkel geschikt zijn voor het huiselijke en het kleinschalige, kan ik de Holocaustverhalen van Primo Levi aanraden. Kortverhalen zijn niet gebonden aan wetmatigheden, je kan er eindeloos mee variëren. Dat romans enkel over de grote historische verschuivingen en sociale problemen gaan, is een al even dwaze opvatting. Ik denk dat romanschrijvers die achter hun scherm kruipen met het voornemen om over maatschappelijke malaise te schrijven al bij voorbaat saai zijn.”
Enright heeft lak aan etiketten als ‘vrouwenschrijfster’ of ‘Ierse schrijfster’. Het zijn niet meer dan lege contructies, vindt ze. Wél onderkent ze dat haar werk typische Ierse ingrediënten bevat. De Hagerty’s zijn een gezin met een hele rits kinderen. Het zijn flinke drinkers en het katholieke geloof speelt een grote rol in hun leven. Ierser kan het bijna niet:
“Volgens mij is er een groot verschil tussen clichématig schrijven en de clichés op hun kop zetten, verdraaien. ‘De samenkomst’ is in essentie een boek over een rouwende familie. De thematiek is niets bijzonders, het is al honderden keren beschreven. De manier waarop ik ermee aan de slag ga, maakt het speciaal. In al mijn werk gebruik ik een traditioneel raamwerk. De grote onthulling in ‘De samenkomst’ gebeurt op hetzelfde moment als in een melodrama uit de klassieke Hollywoodtraditie. Daarna versier ik dat herkenbare raster, smuk ik het op met eigenaardigheden. Ik plaats dingen naast elkaar die je verrassen. Ik hoop dat lezers bereid zijn om niet steeds op een rationele manier naar mijn verhalen te kijken. Memoire, fantasie, verbeelding en geschiedenis: ze vloeien moeiteloos in elkaar over bij mij en je weet niet steeds waar je nu precies aan toe bent.”
Enright is niet de enige Ierse schrijfster bij wie de grens tussen herinnering en officiële geschiedenis vaag is. Ook Sebastian Barry, die onlangs nog in de prijzen viel met ‘De geheime schrift’, stelt vraagtekens bij het waarheidsgehalte van ‘de geschiedenis’. Het is een thematiek die Ierse schrijvers fascineert, volgens Enright:
“ Ierland heeft aan geen van beide wereldoorlogen deelgenomen. In de wereldoorlogen had je een duidelijk onderscheid tussen slechteriken en rechtvaardigen. Ierland kent dat verschil niet echt. De burgeroorlog in Ierland is niet te vergelijken met de wereldoorlogen. Niet alleen was het veel kleinschaliger. De grens tussen daders en slachtoffers was minder helder. Daardoor laat een officiële geschiedenis zich niet makkelijk schrijven. Romanauteurs gaan dan wél weer aan de slag in die schemerzone omdat het hen toelaat interessante vragen te stellen over waarheid en werkelijkheid.”
Enright broedt zelf op een historische roman over Ierland. Voorlopig moeten we het stellen met ‘Het genoegen van Eliza Lynch’, een historisch verhaal over de courtisane van Francisco Solano Lopez, de dictatoriale leider van Paraguay in de tweede helft van de negentiende eeuw. Enright ging op zoek naar het ware gezicht van Eliza Lynch, een door geschiedschrijvers gedemoniseerde vrouw:
“Het viel me op dat vrouwen of geliefden van gruwelijke politici vaak meer kritiek krijgen dan hun echtgenoten. Dat vond ik een boeiend gegeven voor een roman”.

Klungelende moeders

In het verhaal ‘Op de beddenafdeling’ beschrijft Enright het gevoel van een prille zwangerschap: het is ‘alsof je in een zwembad duikt en blijkt te kunnen ademen’. Dat baby’s krijgen, voeden en verzorgen niet altijd zo idyllisch is, weet Enright als moeder van twee heel goed. Ze ergerde zich aan de betuttelende toon van hulpboeken voor moeders. In het non-fictieboek ‘Baby’s voor beginners’ slaat ze een heel andere toon aan:
“Mijn zus gaf me ooit ‘What To Expect When You’re Expecting’. Vreselijk vond ik dat! Er stonden echt compleet krankzinnige adviezen in. Lijd je aan een postnatale depressie, zorg er dan voor dat je je make-up aanbrengt voor je man ’s morgens naar het kantoor trekt, zoiets. Ik wou iets schrijven over klungelende moeders zoals ikzelf. Het zijn losstaande, sterk autobiografische essays.”
Er zijn weinig auteurs die zo nauwkeurig beschrijven hoe het voelt om een mens te zijn van vlees en bloed als Enright. Haar beandering is niet psychologisch maar zintuiglijk. Enrights personages zweten en bloeden. Haar fysieke beschrijven zijn nu en dan licht misselijkmakend:
‘Bij de gedachte aan haar tengere botjes steeg het bloed me naar het hoofd, maar echt prettig voelde dat niet’. Een vrouw kijkt verbijsterd naar haar reusachtige zonen. Ze zijn ‘één en al eiwitten en koolhydraten, spieren en sappen, alsof ze een stel kamerplanten had opgekweekt tot triffids’. Enright raadt haar schrijfstudenten aan om altijd zintuiglijk te werk te gaan:
“Het is een manier om de lezer bij de les te houden. Als je te abstract schrijft, zal de lezer de tekst over zich heen laten glijden. Het zal hem of haar niet raken, niet bij het nekvel grijpen. En dan heb je als schrijver je energie verspild.”

***
Anne Enright, Het weer van gisteren, De Bezige Bij, 242 blz., Oorspronkelijke titel: Taking Pictures.

Aparte kader:

Anne Enright (1962) werd geboren in Dublin en daar woont en werkt ze nog steeds. Enright was ooit voltijds aan de slag als producer voor de televisie en tussendoor werkte ze aan kortverhalen. Ze debuteerde in 1991 met de kortverhalenbundel ‘The Portable Virgin’. Haar eerste romans waren ‘The Wig My Father Wore’, ‘What Are You Like?’ en ‘Het genoegen van Eliza Lynch’. Voor ‘De samenkomst’, waarin een familie treurt om de zelfmoord van haar telg Liam, kreeg Anne Enright de Man Booker Prize in 2007. Enright schreef ook een non-fictieboek over haar beleving van het moederschap. ‘Baby’s voor beginners’ vormt het perfecte tegenantwoord op de normatieve en zeemzoete hulpboeken voor aanstaande en kersverse moeders. ‘Het weer van gisteren’ is Enrights jongste verzameling kortverhalen. De schrijfster is gehuwd met theaterdirecteur Martin Murphy. Het paar heeft twee kinderen.