Stephen Hall – Gehaaid (De Standaard)


Virtuele haaienjacht

‘’Gehaaid’, de debuutroman van Steven Hall, wordt het liefdeskind van ‘The Matrix’, ‘Jaws’ en ‘De Da Vinci Code’ genoemd. Geen wonder dat het resultaat behoorlijk tegenvalt.

Kathy Mathys

Begrijp ons niet verkeerd: sciencefiction was zelden cooler dan in ‘The Matrix’ en ook ‘Jaws’ zitten wij zonder problemen uit, al heeft die film meer weg van een preutse Baywatchaflevering dan van spannende horror. Dat een mix van ingrediënten uit succesformules echter niet noodzakelijk een topper oplevert, bewijst het fel gehypete ‘Gehaaid’. Steven Hall steekt niet onder stoelen of banken waar hij de moster haalde. Om zijn intellectuele medemens tevreden te stemmen, citeert hij uit het werk van Haruki Murakami, Paul Auster en Jorge Luis Borges. Voeg daar nog een snuifje ‘Memento’ en ‘Alice in Wonderland’ aan toe en je krijgt een avonturenroman met metafysische pretenties.
Het begint nochtans niet slecht wanneer Eric Sandersons ogen ‘open vliegen in een hoofdletter O’. De man weet niet meer wie hij is en de kamer waarin hij ontwaakt roept evenmin herinneringen op. Dokter Randle vertelt haar patiënt dat hij sinds de dood van zijn vriendin Clio drie jaar geleden aan een zeldzame vorm van geheugenverlies lijdt. Sandersons hersenen zijn niet beschadigd maar de voorbije drie jaar werd hij elf keer wakker met een zo goed als volledig gewist geheugen, dat zich dan telkens weer gedeeltelijk herstelt. Sandersons huis, waarin geen enkele foto of persoonlijk document te bespeuren valt, lijkt op een anonieme hotelkamer. Sanderson ontvangt dagelijks brieven van zijn vroegere zelf, hier ‘de eerste Eric Sanderson’ genoemd. Die vertelt hem dat hij wordt achternagezeten door een conceptuele haai, de Ludoviciaan. Volgt u nog? Deze idee-vis voedt zich met menselijke herinneringen en aast vooral op prooien met een haperend geheugen. Eens de Ludoviciaan je heeft opgemerkt, blijft hij je achternazitten tot er niets meer van je herinneringen overblijft. Een abstracte vis dus maar vreemd genoeg toch een exemplaar dat zijn slachtoffers ook letterlijk oppeuzelt. Hall zet een aardig boompje op over de ontstaansgeschiedenis van zijn idee-vis. Volgens zijn theorie circuleren er te veel woorden, ideeën en informatiestromen in onze maatschappij. Een overload dus en af en toe is er een idee of woord dat zich boven de rest wil verheffen, een ‘selfish meme’, zoals de auteur grapt in de Engelse versie.
Met behulp van een crypto-conceptuele oceanoloog en een griet die goochelt met laptops bindt Anderson de strijd aan met de Ludoviciaan. Klinkt dit u te spitstechnologisch in de oren? Vrees niet, want onder het laagje scifi light schuilt een ouderwets avonturenverhaal met achtervolgingen in James Bond-stijl. Het slotgevecht speelt zich af in een virtuele oceaan, maar de personages zijn niettemin uitgedost in Hawaïhemden.
Erg spannend is het allemaal niet en de langgerekte eindstrijd is een voorspelbaar eerbetoon aan de finale uit ‘Jaws’. Het geflirt tussen Sanderson en de laptopmeid is misselijkmakend vervelend. Tot overmaat van ramp loopt er in dit boek ook een katje rond dat voor de komische noot moet zorgen. Hall wisselt zijn explosief proza – ‘haar warrig wit-bruin kroeshaar zoemde tegen een grote, luidruchtige bloes, die op zijn beurt protesterend flakkerde tegen haar Schots geruite rok’ – af met huiverachtige beschrijvingen en zelfs tekeningen van de aanrukkende vis. ‘Gehaaid’ is inmiddels in dertig talen verkrijgbaar en de jonge debutant uit Hull voelt allicht ook Hollywoods hete adem in zijn nek. Wij bleven er onbewogen onder en hopen dat met ‘Gehaaid’ het laatste scenario/boek over dertigers met geheugenverlies en geheimzinnige kamers zonder sleutel geschreven is.

*
Steven Hall, Gehaaid. Vertaald door Ruud van de Plassche, Amsterdam, Anthos, 447 blz.