E.L. Doctorrow – Billy Bathgate (De standaard)

E.L.Doctorow: Billy Bathgate (1989)

New York tijdens de jaren 1930. De stad teert weg onder een aanhoudende economische depressie. Zowel in de chique penthouses waar gangsters paraderen als in de groezeligste uithoeken van de Bronx slaat de malaise toe. Op de radio weerklinken klaagzangen over ‘mamas who did wrong and people waiting for trains that had already gone’. Voor het eerst in haar jonge geschiedenis is New York een luide stad, gedreven door het lawaai van knarsende wielen, rinkelende bellen en gierende remmen.
Billy Bathgate is een vijftienjarige armoezaaier met een snottebel en groene tanden die dankzij een speling van het lot aan Bronx Park Avenue kan ontsnappen. Dutch Schultz, een gereputeerde gangster die het gunstige tij ziet keren, merkt de jonglerende Billy op. Het straatjoch is zo euforisch om de aandacht van de mythische crimineel dat hij aansluiting probeert te zoeken bij de bende van Schultz. Aanvankelijk loopt hij er maar wat bij en prijst hij zich gelukkig met een beroerde koerieropdracht. Dat verandert wanneer Schultz ten prooi valt aan paranoïde vlagen. Hij vertrouwt zijn vaste companen niet langer en Billy wordt een surrogaatzoon.
Doctorow laat de schriele Billy het verhaal doen. Hij is een snelle observator die zijn ogen stevig de kost geeft, wanneer hij plots een wereld betreedt met witte telefoons en kristallen glazen. Billy’s dweperige geestdrift krijgt een flinke deuk als hij merkt hoe de bendeleden omgaan met wapens en vrouwen. Hij krijgt een vertrouwensrelatie met Schultz’ tragische liefje, zelf nog een tienermeisje. In haar nabijheid voelt Billy zich naïef en onschulig als een kind. Hij begrijpt niets van de angst en terreur in de wereld om hem heen. Bathgate is een fascinerende gids in het Amerika van de Grote Depressie. Hij is jong en onbezoedeld genoeg om morele bedenkingen te maken, maar hij is geen zeurkous. Billy neemt gretige happen uit het leven dat hij krijgt aangereikt. Hij hunkert naar ervaring en verandering, waardoor er vaart zit in dit verhaal. Bathgate – en Doctorow met hem – heeft een superieur oor voor dialogen en typische gangster slang. Wie tijdens het lachen de mondhoeken naar beneden krult, heeft een ‘shit-eating smile’. De dominante Schultz met luide bariton schreeuwt Billy hilarische levenswijsheden toe als ‘Horses or women alone is bad enough. Together they can kill you’ of ‘Get your heart back in your balls, where it belongs’.
Net als in zijn romans ‘Ragtime’ en ‘The March’ brengt Doctorow geen strict historische documentaire. ‘Er is niet zoiets als fictie of non-fictie, er is enkel de narratie,’ is één van Doctorows beroemde uitspraken. Dat klinkt als een literair-theoretisch credo van een driftige experimenteerder. Toch is ‘Billy Bathgate’ verre van ontoegankelijk. Doctorow kiest voor een meeslepend verhaal dat de gangstermythe analyseert zonder zwaar op de hand te zijn. Hij romantiseert de gladde criminelen met fedorahoeden niet, maar tikt hen evenmin op de vingers. Zijn subtiliteit werd beloond met de PEN/Faulkner Award for Fiction in 1990. Het boek greep in datzelfde jaar net naast de Pulitzer Prize.

Kathy Mathys