Randal Keynes – Annie’s Box (De Tijd)


Wisselwerking tussen leven en werk

In ‘Annie’s Box’ stelt Randal Keynes, één van de achterachterkleinkinderen van Charles Darwin, dat het werk van zijn voorvader volledig vervlochten was met zijn privé-leven. Darwin beperkte zijn observaties niet tot tientallen diersoorten, maar hield ook zijn eigen kinderen nauwlettend in het oog. Bovendien had de voortijdige dood van zijn dochtertje Annie een ingrijpende invloed op de inzichten en opvattingen van de Engelse wetenschapper.

Kathy Mathys

Keynes, de achterkleinzoon van Darwins vijfde zoon George, begint zijn verhaal in 1838. Na zijn omzwervingen rond het Zuid-Amerikaanse continent wou Charles Darwin zich in Engeland vestigen om er zijn theorieën te ontwikkelen. Darwin wist dat zijn verontrustende bevindingen over de evolutie en verandering van diersoorten niet zouden aanslaan bij zijn tijdgenoten. Het gros van zijn collega-wetenschappers was er toen nog van overtuigd dat elke dier- of plantsoort apart door God was geschapen. Nieuwe soorten evolueerden niet want dat zou in tegenspraak zijn met het boek Genesis. Van de mens werd gedacht dat hij een bijzondere status had. Zijn lichaam was verwant aan dat van sommige diersoorten maar de mens had een onsterfelijke ziel. William Palley, één van de meest vooraanstaande natuurkundigen uit de vroege 19de eeuw, beschreef het lot van de mens op aarde als een tijdelijke pilgrimage die gevolgd werd door een eeuwig hemels leven. Toch waaide er stilaan een nieuwe wind in wetenschappelijke kringen. Recente ontdekkingen in de zoölogie en geologie konden niet langer gerijmd worden met het bijbelse gedachtegoed. Darwin las onder meer de geschriften van Harriet Martineau en Henry Atkinson, die onderkenden dat de menselijke natuur in wezen niet verschilde van de dierlijke. Ook het grote publiek was gefascineerd door de gelijkenissen tussen mensen en apen. In Londen waren toen voor het eerst mensapen te zien in de dierentuin en die zetten menigeen aan het denken. Ondanks die voorzichtige klimaatsverandering wist Darwin dat hij heel wat behoedzaamheid aan de dag zou moeten leggen bij de onthulling van zijn soortentheorie.
De 29-jarige Darwin verlangde naar een gezin dat hem uit zijn isolement kon halen. Hij huwde met zijn nicht Emma Wedgwood en vestigde zich in Londen, nabij het British Museum. Keynes vermoedt dat Darwin het gehuil hoorde van patiënten die in het naburige hospitaal werden geopereerd zonder verdoving. Darwin studeerde ooit zelf geneeskunde maar hij kon het lijden van de zieken niet verdragen en schakelde daarom over naar natuurkunde. In 1942 zouden de Darwins verhuizen naar Down op het platteland. Keynes schetst een bijzonder liefdevol portret van Darwins gezin. Emma en Charles hadden progressieve ideeën over de opvoeding van hun acht kinderen. Ze geloofden niet in keiharde discipline en stimuleerden hun kroost om zelfstandig na te denken. Als volwassen man schreef George in zijn dagboeken dat zijn vader nooit morde tegen de kinderen, al maakten ze meestal een hels kabaal en klauterden ze constant over alle meubels. Charles nam zijn kinderen vaak mee op lange wandelingen en hij had steeds belangstelling voor hun bekommernissen en interessen. Emma en Charles hadden een innige band, al waren er wel enige punten van onvrede. Zo hoopte Emma na haar vijfde kind dat er geen meer zouden volgen, iets waar Darwin niets van wou horen. Haar huishoudelijke taken werden nog extra belast door de zorg voor haar man die aan een chronische kwaal leed. Zijn hele leven lang werd Darwin geregeld gekweld door vlagen van duizeligheid, maagkrampen en eczema. Ook Charles’ wankele geloof, dat na de dood van Annie nagenoeg verdween, vormde een bron van levenslang verdriet voor de diep religieuze Emma. Als Unitaire christen geloofde Emma in broederlijkheid, huiselijke vroomheid en goddelijke voorzienigheid. Ze was ook overtuigd van een leven in het hiernamaals en het baarde haar veel verdriet dat Charles haar daarin niet bijtrad. Het onderwerp lag zelfs zo gevoelig bij het koppel dat ze er enkel in geschreven correspondentie gedachten over uitwisselden. Behalve de Genesis waren er ook andere bijbelpassages waarmee Darwin problemen had. Hij kon zich evenmin verzoenen met het Oude Testament-beeld van de wraakzuchtige God. Darwin koppelde de aanwezigheid van een morele zin in de mens niet aan religiositeit. Onder invloed van de filosoof David Hume geloofde hij dat moraliteit zich door de evolutie heen natuurlijk had ontwikkeld.

Huiselijke experimenten

Annie had geen enkel vermoeden van de gedachten die haar vader bezighielden, al observeerde ze hem dagelijks in zijn studie. Darwin maakte dikwijls gebruik van zijn directe omgeving om nieuwe ideeën te toetsen. Al bij de geboorte van zijn eerste zoon noteerde hij zorgvuldig de reacties en gedragingen van zijn kind, iets wat hij bij Annie nog uitgebreider zou doen. Keynes grasduinde door Darwins aantekeningen, een eclectische verzameling van privé-gedachten en wetenschappelijke notities. Naast zijn kinderen vormden Darwins huisdieren een bron van inspiratie. Hij vroeg zich af waarom kanaries hun eigen spiegelbeeld leken toe te zingen. Was het uit rivaliteit of uit liefde? Met zijn vader, een arts, had Darwin uitgebreide gesprekken over zijn patiënten met mentale ziektes. Darwin betwijfelde dat de geest een puur spirituele aangelegenheid was, zoals de christenen beweerden. Hij meende dat hij ook een fysieke aanwezigheid had in het brein en wou weten hoe de geest de lichamelijke conditie beïnvloedde. In juli 1844 legde Darwin zijn gedachten over het ontstaan van de soorten vast in een essay. Hij wachtte met de publicatie omdat hij nog meer bewijsmateriaal wou verzamelen voor zijn theorie en wierp zich op de studie van zeepokken.
Tot haar negende levensjaar was Annie nooit ziek geweest maar in de zomer van 1950 kreeg ze plots koorts en al waren er nog hoopvolle momenten, ze zou nooit meer beter worden. Darwin nam Annie mee naar Dr.Gully, wiens watertherapieën populair waren in betere kringen. Charles Darwin had de dokter zelf al geconsulteerd en ook de auteurs Charles Dickens en Sir Edward Bulwer-Lytton waren vaste klanten. Annie verbleef weken in Gully’s spa in Malvern maar ze herstelde niet. Charles week niet van haar zijde en schreef zijn vrouw dagelijks verschillende brieven over haar wankele conditie. Hoewel Emma rotsvast geloofde in een leven na de dood, was ze kapot van het overlijden van haar dochter. Darwin geloofde niet dat er een link was tussen zonde en dood. Sterven was een natuurlijk proces met rationele oorzaken voor hem. Annie overleed aan tuberculose. Toch vroeg Darwin zich af of hij zijn lamentabele gezondheid niet had overgedragen op zijn kind en of het wel zo verstandig was geweest om te huwen met zijn nicht. Deze tormenterende gedachten bleven hem parten spelen tot het einde van zijn leven. Emma en Charles vermeldden Annie nog nauwelijks, al blijkt hun levenslange verdriet uit brieven aan vrienden en familie. Ook Darwins wetenschappelijke geschriften bevatten referenties aan de pijn om menselijk verlies. Na Annie’s dood zou Darwin geen voet meer binnenzetten in een kerk.

Menselijk lijden

In juni 1858 kreeg Darwin een brief van Alfred Russel Wallace, een jonge natuurkenner, die eveneens de theorie over natuurlijke selectie had ontwikkeld. Uit vrees het krediet op zijn bevindingen te verliezen, stemde Darwin toe om zijn ideeën te onthullen. Darwin en Wallace’ essays werden gezamenlijk voorgesteld in 1858. Charles was niet aanwezig op de plechtigheid omdat net dan zijn jongste zoontje werd begraven. De gerespecteerde geoloog Charles Lyell reageerde lauw op de schokkende wetenschappelijke theses. Hij erkende dat er een zekere continuïteit was tussen de mens en het dier maar wimpelde Darwins visie van kleine, geleidelijke sprongen af. Volgens Lyell was er sprake van een veel radicalere breuk. Wallace distantieerde zich later zelf ook van zijn ideeën en hij geraakte in de ban het door Darwin vaak bespotte spiritisme.
Tijdens de jaren 1860 bleef Darwin op zoek naar de origine van menselijk lijden. Aan zijn vriend Joseph Hooker schreef hij dat hij weigerde de wereld te zien als het resultaat van een chaotische, brute kracht. Toch zag hij geen afdoende bewijzen voor het bestaan van een intelligente schepper. Tegen de late jaren 1870 was Darwin alom gerespecteerd in wetenschappelijke kringen maar het grote publiek hekelde hem wel eens. Zo werd hij in cartoons vaak voorgesteld als een mensaap. Dochter Etty getuigde in haar brieven over zijn laatste levensjaren. Hij vertelde haar vaak hoe zijn geest opgedroogd leek en hoe hij zijn zin voor esthetiek had verloren. Toch genoot hij nog van een laatste reis naar de Lake District. Hij las de hele trip lang de gedichten van William Wordsworth, die hij enorm bewonderde. Zijn laatste bijdrage aan de wetenschappen is bijzonder typerend voor Darwin. Hij bestudeerde de mentale faculteiten van aardwormen, kleine, nederige creaturen die door veel van zijn collega’s misprezen werden.
Zowel voor Darwin-kenners als voor leken is ‘Annie’s Box’ een heel bijzondere biografie. Keynes verschaft ons scherpe inzichten in de theorie van de grote wetenschapper en verweeft die moeiteloos met Darwins persoonlijke geschiedenis. Hoewel Annie nauwelijks tien jaar leefde, had ze een onmetelijke invloed op haar vaders denken en werk. Het relaas van Annie’s laatste weken aan de hand van Charles en Emma’s correspondentie is heel aangrijpend, zonder ooit melodramatisch te worden. Keynes, die nooit eerder een boek schreef, heeft een uitzonderlijk oog voor opmerkelijke details. Zelfs randpersonages als het kindermeisje Jessie Brodie weet hij op een aanstekelijke manier te typeren. Brodie, die eerder voor de kinderen van auteur William Thackeray zorgde, liet zich ooit ontvallen dat ze het jammer vond dat Darwin nooit iets te doen had, in tegenstelling tot haar vorige werkgever. Dit bedacht ze nadat ze Charles Darwin een uur lang had zien staren naar een mierennest. Zelfs wie weinig interesse heeft voor natuurkunde mag dit pareltje niet missen.

Randal Keynes, Annie’s Box, Harper Collins, Londen, 331 blz., ISBN: 1-84115-061-4, 12,9 euro.