Brief aan mijn personage

Lieve Anna,

Weet je nog die zomer van 2018 toen jij je eerste, voorzichtige contouren kreeg? Toen ik je tijdens die aanzetten van wat Tot het glinstert zou worden, probeerde te naderen, trok je je terug als een schuw dier. Ik wist dat je eenzaam was, dat je spijt had van hoe je had gehandeld tijdens die ene fatale nacht vijftien jaar geleden. Meer niet. De rest liet zich langzaam ontrafelen. Jaren zou het duren voor ik je binnenkant net zo goed kende als die van mezelf.

Afgelopen voorjaar heb ik je verhaal afgesloten. Misschien borrelt de verontwaardiging wel in je binnenste, nu ik je heb achtergelaten in je eentje op dat Engelse strand. Toch heb ik er vertrouwen in dat jij je weg vindt en dat het goed komt tussen Mark en jou.

Mensen vragen me dikwijls: waar komen je personages vandaan? Hoe ontstaan ze? Het liefst citeer ik dan Miek Zwamborn, de schrijfster die, zonder dat ze het beseft, haar stempel op jouw leven heeft gedrukt. Zij vertelde ooit dat dit ontstaansproces vergelijkbaar is met de manier waarop vuiltjes zich in een oester verzamelen en uitgroeien tot een parel. Je krijgt een idee en nog een idee en nog een en zo ontstaat de parel, als je geluk hebt. Natuurlijk ga je als schrijver ook actief op zoek, komt niet alles zomaar aangezwommen.

Anna, toen ik Miek Zwamborns non-fictieboek Wieren las, geraakte ik zo gefascineerd door deze sierlijke zeewezens dat ik van je moeder een botanisch tekenaar van zeewier maakte. Ben je al wat bekomen van die zoektocht naar je moeder? Heb je al meer grip op haar gekregen? En je tante Gertrude, hoe stelt zij het ? O, wat ben ik dol op je Engelse tante met haar vrolijke kippen, haar rubberen laarzen en excentrieke humor. Gertrude vormt voor mij het perfecte bewijs dat personages kunnen groeien met elke schrijfronde. Ze had potentieel vanaf het begin, maar het is pas de laatste maanden dat ze volop straalt, net als jij, Anna. Je hebt je voor me opengesteld en daar ben ik je dankbaar voor.

Lieve Anna, je kreeg het zwaar te verduren tijdens onze jaren samen. Toch hoop ik dat je beseft dat ik aan je kant sta, dat ik begrijp waarom je deed wat je deed – of juist niet deed. Misschien wordt het tijd om het verleden te laten afbrokkelen in zee. Je hebt gedaan wat je kon. Ga nu maar verder. Toe maar. Je krijgt mijn zegen.

Liefs,

Kathy